Op de koffie bij Annemarie van Haeringen. We zitten aan een royale houten tafel, schaaltje goeie stroopwafels binnen handbereik. Maar daar kom ik niet eens aan toe, want ik heb zo veel te vragen nu ik tegenover mijn favoriete illustrator zit! Een beetje gespannen ben ik wel, want hoe het precies gaat lopen weet ik natuurlijk niet... en zal Annemarie eigenlijk wel praten? Een tekenaar zit toch het liefst alleen met zijn tekenpotlood aan tafel? Wat een opluchting als Annemarie een hartelijke en gastvrije vrouw blijkt te zijn. En praten? Dat gaat vanzelf. De spanning is bij mij dan ook al snel weg, en ik grijp mijn kans om zo veel mogelijk te vragen over Annemarie en haar boeiende vak.
Ik wil tekenen
Annemarie vertelt hoe zij in het vak van illustrator terecht is gekomen. Zolang zij zich kan herinneren, tekende zij al. Als kind was zij erg verlegen, en was zij sterk in het observeren. Zij keek om zich heen en tekende wat zij zag. Op mijn veronderstelling dat ze een tekentalent was, denkt zij even na... Dan legt zij uit dat zij haar tekenvaardigheid meer ziet als resultaat van heel goed kijken, heel veel tekenen, en dit met veel plezier doen. Door veel, en met plezier, te tekenen, heeft zij haar tekenvaardigheid ontwikkeld. Ook bofte zij naar eigen zeggen met haar omgeving; Op de middelbare school Rommert Casimir in Eindhoven trof zij de inspirerende tekendocent Roland Brinkgreve. Deze docent was naast een goed tekenaar ook een fantastisch verteller. Hij had een enorme kennis van kunst en kunstgeschiedenis en in zijn lessen kunstgeschiedenis weidde hij hierover met veel enthousiasme uit. Annemarie werd hierdoor gegrepen en ook de vrije uurtjes bracht zij tekenend door in het tekenlokaal. De inhoud van de lessen tekenen waren van een hoog niveau, en ontstegen eigenlijk het niveau van het VO. Annemarie heeft hier dankbaar gebruik van gemaakt. De keuze voor een vervolgopleiding was voor haar dan ook heel duidelijk; 'Ik wil tekenen.' Dit stond vast. Haar ouders stonden achter haar keuze en hoewel Annemarie om zich heen veel mensen zag twijfelen over vervolgopleidingen, stond voor haar vast dat zij verder wilde met wat zij het liefst deed: Tekenen. Op advies van de tekenleraar begon zij vervolgens de lerarenopleiding tekenen en creatieve vakken in Tilburg. Tijdens deze studie heeft Annemarie een gedegen kennis opgedaan van technieken, maar het vak van leraar viel voor haar uiteindelijk toch af. Zij had gezien hoe een enthousiast docent al zijn energie stopte in het doceren van leerlingen die daar, voor het grootste deel, totaal niet op zaten te wachten. En tijd voor zelf tekenen was er nauwelijks over. Maar wat dan? 'Reis af naar Londen', 'studeer verder in Parijs', 'ontwikkel je verder in Grafiek...' Deze adviezen waren voor Annemarie destijds een brug te ver. Toen ze bij een tekening het compliment kreeg 'Dit zou zo in de Margriet kunnen staan!' vatte Annemarie dit eerst niet bepaald als compliment op. Toch zette deze opmerking haar op het goede spoor; Illustratie paste het best bij wat zij het liefst deed: Tekenen. Een opleiding aan de Rietveld Academie was dan ook een logische stap, hoewel de overgang van Tilburg naar Amsterdam niet niks was voor de verlegen studente. Gelukkig ontdekte zij al snel de oase van het Stedelijk in Amsterdam. Daar kon zij heerlijk tot rust komen bij bijvoorbeeld het werk De parkiet en de zeemeermin van Henri Matisse. De prachtige en vrolijke kleuren... Annemarie blaast uit terwijl ze er over vertelt; 'Hè, hè,... pfff, even niets, rust...'
Prentenboekenmaker
Hoewel zij is opgeleid tot illustrator, noemt Annemarie haar vak, in navolging van leermeester Max Velthuijs, liever 'prentenboekenmaker'. Als je illustreert stel je je over het algemeen meer dienstbaar op dan wanneer je werkt aan een prentenboek. Annemarie vindt het beide leuk om te doen; De samenwerking met auteurs is prettig en levert vaak creatieve ideeën op. Het is het mooist als je met je tekeningen iets toevoegt aan de tekst, vindt Annemarie. Als voorbeeld vertelt ze over de samenwerking met Tamara Bos voor het boek Papa, hoor je me?, over de ziekte en dood van de vader van een jongen. Annemarie vond het verhaal prachtig, maar wilde dit niet letterlijk uitbeelden in haar illustraties. Het onderwerp was zo al zwaar genoeg. Daar moest niet ook nog een beeld van een huilend jongetje op de rand van het bed bij komen. Toen kwam Annemarie op het idee om het beeld van het spel Stratego te gebruiken in haar illustraties; Het blauwe leger, met papa als generaal, tegen het rode leger van de woekerende kanker. Zij staat op en loopt naar haar boekenwand, op zoek naar het boek. Ze laat mij het boek zien; de eenvoudige en prachtige tekeningen van de blauwe en rode soldaten geven het verdrietige verhaal lucht. De laatste soldaat van het rode leger is er een met zeis; De dood. Zo heeft Annemarie op een prachtige gestileerde manier het verhaal extra kracht bij gezet.
Hoewel je als illustrator het verhaal dient, kan je werk de betekenis van de tekst dus wel versterken of verder invullen. Maar, bij het maken van een prentenboek heb je als tekenaar een nog grotere rol. De prentenboeken die Annemarie met verschillende auteurs (zoals Bibi Dumon Tak, Rindert Kromhout) maakt, komen in een hechte samenwerking tot stand. Annemarie heeft veel plezier in het samenwerken met auteurs. Elkaar op ideeën brengen, samen grapjes verstoppen in het boek, zo dwing je jezelf en elkaar om de gebaande paden te verlaten. Dat maakt de samenwerking leuk! Zo vertelt Annemarie over het ontstaan van de boeken over Kleine Ezel. Voor het prentenboek Een brief voor Aap had zij allerlei dieren getekend die met een brief bij elkaar langs gaan, op zoek naar iemand die de brief kan lezen. Elk dier neemt iets mee, waardoor er een vrolijke optocht van dieren met spullen aankomt bij het feestvarken. De brief blijkt een uitnodiging te zijn en het feest kan beginnen! Toen Annemarie Rindert, de auteur, vroeg welk dier hij het leukst vond, koos hij voor de kleine ezel, op de schouder van Mama Ezel van de sokkenwasserette. Het grappige was dat de kleine ezel het enige personage was dat in de tekst niet voorkwam! Hieruit zijn vervolgens de boeken over Kleine Ezel ontstaan! Zo brengen auteur en tekenaar elkaar vaak op ideeën tijdens het maken van een prentenboek. Of de kleine grapjes, verstopt in haar boeken, door iedereen worden opgemerkt, vindt Annemarie helemaal niet belangrijk. Volwassenen zien het vaak ook niet, maar kinderen zijn soms goede kijkers, en goede kijkers moeten beloond worden!
De prentenboekenmaker geniet er van om in contact te zijn met haar lezers; voorlezen van Sneeuwwitje aan kleuters is fantastisch! Het verhaal leent zich er ook goed voor, met het getik van breinaalden en het grote monster dat ontstaat... Kleuters kunnen veel meer aan dan je denkt! Annemarie vindt het zelf ook fijn om gruwelijke dingen te tekenen (en dan weer op te lossen).
Sneeuwwitje is een voorbeeld van een boek dat Annemarie helemaal zelf maakt. Daar komt dus geen andere auteur aan te pas. Ook daar kan zij van genieten. De prentenboekenmaker begint altijd met het maken van een 'storyboard'. Een prentenboek bestaat meestal uit 32 bladzijden. Daar zijn 12 spreads voor nodig. Annemarie haalt als voorbeeld een storyboard voor Sneeuwwitje breit een monster tevoorschijn. Op deze manier schetst zij hoe het verhaal opgedeeld wordt in scenes, zo, dat het in het boek past. Als je het prentenboek er naast legt zal je opvallen hoe dicht dit bij het oorspronkelijke plan is gebleven!
Ik stop kleine kadootjes in mijn boeken want goede kijkers moeten beloond worden!
Plannen
Sowieso hoeven we niet bang te zijn dat Annemarie geen ideeën en plannen meer heeft. 'Er ligt nog genoeg ín de la', zo vertelt ze, terwijl haar ogen glinsteren; 'Er komen zoveel ideeën langs vliegen, maar je moet ze wel uit de lucht pakken!'. Annemarie vertelt dat ze open staat voor verrassingen. Daardoor vind je soms pareltjes op je pad! Maar lukt het dan altijd om je plan goed op papier te krijgen? Nee, natuurlijk niet! Annemarie vertelt hoe ze soms aan het zwoegen is. Soms lukt het gewoon een dag helemaal niet. Maar dan werkt ze toch door. 'Morgen gaat het beter.' is dan het motto. Een mislukte tekening gooit ze ook niet direct weg. Ze gaat er mee verder. En soms levert dat iets op dat ze anders nooit bedacht zou hebben. Annemarie heeft al veel prijzen gewonnen en wordt regelmatig gevraagd voor een opdracht. Een bewezen talent, zou je zeggen. Toch proef ik bij Annemarie dat zij af en toe twijfelt aan haar kunnen. Zelfs als zij terugkijkt naar haar eigen werk, denkt ze soms: 'Dat zou ik nu nooit meer kunnen!'. Mijn vraag hoe zij zich ontwikkeld heeft als tekenaar vindt zij lastig zelf te beantwoorden. Maar als zij dan iets moet noemen, dan vindt zij toch wel dat haar werk krachtiger geworden is. 'Dat hoop ik toch wel tenminste...' voegt zij er aarzelend aan toe. Anderen moeten het werk eigenlijk maar beoordelen, vindt ze. Ook daarom is het contact met lezers, ouders en hun kinderen, zo leuk. Het is toch prachtig als je iets maakt en er wordt van genoten... Het grootste compliment dat Annemarie kan krijgen, vindt zij een stukgelezen boek!
Het grootste compliment is een stukgelezen boek!
Na anderhalf uur zijn mijn vragen nog niet allemaal gesteld, maar de tijd is om. Mijn stroopwafel ligt nog onaangeroerd op tafel. Annemarie vraagt of ze hem voor me in zal pakken, voor in de trein. Dat tekent mijn indruk van de prentenboekenmaker Annemarie van Haeringen als persoon; Een vriendelijke, tevreden vrouw die in staat is zich te laten verrassen door wat het leven brengt. Annemarie als prentenboekenmaker komt voor mij over als een hard werkende vrouw die zich nog steeds verder ontwikkelt in haar ambacht. Ze heeft oog voor langs vliegende ideeën, die zij uit de lucht plukt en bewaart in een laadje. Als de tijd er rijp voor is weet ze uit zo'n idee een verhaal met een twist uit te spinnen. (Want, zo vertelt ze, het verhaal moet er wel toe doen! Het moet niet zijn alsof je een emmer water leegkiept.) En tenslotte heeft ze een prachtige stijl met waarbij intens kleurgebruik, en haar vermogen om figuren teder neer te zetten of juist van het papier af te laten dansen en ploppen, mij bijzonder aanspreekt. Een vakvrouw, die werk maakt waar je als opvoeder en voorlezer van mee kunt genieten!