'Weinig plezier in lezen kan leiden tot een negatieve cyclus: kinderen vinden lezen niet leuk, daarom lezen ze minder en raken vervolgens minder bedreven in lezen, waardoor ze lezen nog minder leuk vinden. Een afname van het aantal gemotiveerde lezers zet de leesprestaties verder onder druk. De nieuwste begrijpend leesmethoden steken juist in op leesmotivatie door teksten aan te bieden die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen of de actualiteit, maar dit lijkt niet tot een verhoging van het leesplezier te leiden.'(De stand van het primair onderwijs 2018., pag.54) Mijn voorstel: Studiedag over leesbevordering. Hoe maken we lezen leuk voor de leerlingen in onze klas? Heel praktisch aan de gang en leesbevorderingsactiviteiten voorbereiden. Schrappen: Studiedag 13 Opbrengstgericht werken. Nog een conclusie die we al lang kennen maar waar we eigenlijk weinig mee doen in de praktijk: Vooral jongens gaan steeds slechter lezen. Mijn voorstel: Studiedag leesbevordering voor jongens. Voor welke teksten en leesactiviteiten krijgen we de jongens in de klas enthousiast? Schrappen studiedag 14 Opbrengstgericht werken. Nog zo'n conclusie: Scholen richten zich te veel op het streefniveau waardoor leerlingen die meer kunnen dan dat in feite te kort wordt gedaan. Talenten van leerlingen blijven liggen. Eeuwig zonde natuurlijk, maar toch ook wel te begrijpen gezien de werkdruk die wordt ervaren. Er moeten ergens doelen sneuvelen. De boven gemiddelde leerlingen lijken de pineut te zijn geworden. Tenslotte concludeert het rapport dat de ontwikkeling van de kwaliteit van het didactisch handelen van leerkrachten stagneert. Gelukkig heeft de inspecteur niet alleen zijn lijstje afgevinkt van achter uit de klas, maar ook geluisterd naar wat er leeft in de teamkamer: 'De randvoorwaarden om tot goede kwaliteit te komen, lijken niet optimaal: er is sprake van een toenemend lerarentekort, teruglopende achterstandsmiddelen en regionale krimp. Bovendien heeft het basisonderwijs te maken met een hoge ervaren werkdruk en een hoog ziekteverzuim. Dit maakt het een lastige opgave blijvend goede onderwijskwaliteit te realiseren.' (pag. 74-75). Misschien is deze conclusie dan toch reden om het glas van je collega nog maar een keer bij te vullen. Want: jullie stem is gehoord, en in dit rapport staat te lezen waarom jullie dit jaar massaal aan de bel hebben gesjord, getrokken en geklingeld. Studiedag 4 mag wat mij betreft een kort programma hebben en een hele lange borrel. Helaas zal het wel een woensdagmiddagborrel worden, maar misschien moet dat ook maar eens gezegd worden: De tijd dat woensdagmiddag een vrije middag voor de leerkracht betekende stamt echt uit de vorige eeuw. Dus daar willen we nooit meer iets over horen. Proost! Op een welverdiend, vrij, weekend.
Deze week bracht de onderwijsinspectie een onderwijsverslag uit over het schooljaar 2016/2017, met onder meer een rapport over trends en ontwikkelingen in het basisonderwijs. Een mooi gespreksonderwerp voor de vrijdagmiddagborrel in de teamkamer, voor zover je er tussen het oefenen van de Fitlala, het bedenken van een origineel moederdagkadootje, je bouwvergadering, pakweg drie oudergesprekken, je nakijkwerk, het vegen van je klas, de collegiale consultatie, je leerlingenbespreking, de nabespreking met je stagiair en, o ja, je lesvoorbereiding door, tijd hebt gehad iets uit het onderwijsverslag te lezen. Voor de zekerheid zal ik de bevindingen kort aanstippen. Houd je wijnglas en pinda's vast want je zult geschokt zijn. Opnieuw is de trend van dalende reken- en leesprestaties doorgezet. Nederland zakt internationaal gezien af van zijn (sub)toppositie. Vooral aan de bovenkant daalt het niveau; Het aandeel leerlingen dat op hoog niveau leest of rekent loopt terug. Daarnaast halen ook minder leerlingen het streefniveau voor lezen aan het eind van groep 8. Misschien denk je: Schrik je daar nog van? Ja, ik schrik daar van. Ik weet namelijk uit ervaring hoe hard er gewerkt wordt in het basisonderwijs, hoeveel vakinhoudelijke en didactische kennis er is onder leerkrachten en welke inspanning er elke dag weer geleverd wordt. En dat er op de meeste scholen niet eens tijd of energie en animo is voor een @%$#!@# vrijdagmiddagborrel. Daarentegen ken ik genoeg oud-collega's die in het weekend nog even de school in glippen om nog even iets af te maken, vast te leggen, over te dragen of op te starten. Leerkrachten ervaren werkdruk, differentiëren zich een slag in de rondte, schrijven leerlingvolgsystemen vol in de stille hoop dat ze ooit gelezen worden en niet voor niets geschreven zijn, bezoeken studiedag na studiedag over passend onderwijs, opbrengstgericht onderwijs, adaptief onderwijs. En jaar na jaar zakt het niveau af. Bijna 2500 leerlingen verlaten de basisschool nu als laaggeletterde. Het aantal leerlingen dat bij lezen het streefniveau haalt is fors gedaald. Tenslotte verlaten ruim 8000 leerlingen groep 8 laaggecijferd. Nu ben ik eigenlijk een leerkracht die lezen en rekenen heel erg belangrijk vindt maar welbevinden, sociale vaardigheden, een nieuwsgierige werkhouding en autonomie allemaal nog veel belangrijker (namelijk: de basis). Maar juist nu er zo'n druk ligt op de leerkrachten, en zij dit met name aan tekort aan tijd ervaren, komen ook de basisvoorwaarden onder druk te staan. In de Volkskrant las ik deze week het pleidooi van een docent in het VO, een roep om het verminderen van de prestatiedruk, de roep van een bezorgde en betrokken leerkracht die wijst op het gebrek aan zelfvertrouwen bij veel leerlingen. Sorry als ik de sfeer op je borrel bederf, maar, help, gaat het nou aan alle kanten fout? Misschien is het positieve nieuws dat de bevindingen van onderwijsinspectie bevestigen wat jullie, leerkrachten. dit schooljaar al heel krachtig laten horen. Het gaat niet goed in het basisonderwijs. De werkdruk is te hoog, de klassen zijn te groot en er zijn te veel dingen van bovenaf opgelegd die tijd slurpen en, zie het rapport, te weinig opleveren. QED! Onderwijsinspectie stelt dat het de vraag is of de aanpak van begrijpend lezen wel voldoende aansluit bij de onderwijsbehoeften van leerlingen omdat te weinig leerlingen een voldoende niveau halen voor lezen en sterkere leerlingen achterblijven bij wat er van hen verwacht kan worden op dit gebied. Ik stel voor: Studiedag over het integreren van begrijpend-lezen-onderwijs in het zaakvakkenonderwijs. Schrappen: studiedag 26 over passend onderwijs. Een volgende bevinding in het onderzoek is dat kinderen steeds minder graag lezen. Internationaal gezien halen we op dit moment de op één na laagste plek! Het verslag stelt:
'Weinig plezier in lezen kan leiden tot een negatieve cyclus: kinderen vinden lezen niet leuk, daarom lezen ze minder en raken vervolgens minder bedreven in lezen, waardoor ze lezen nog minder leuk vinden. Een afname van het aantal gemotiveerde lezers zet de leesprestaties verder onder druk. De nieuwste begrijpend leesmethoden steken juist in op leesmotivatie door teksten aan te bieden die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen of de actualiteit, maar dit lijkt niet tot een verhoging van het leesplezier te leiden.'(De stand van het primair onderwijs 2018., pag.54) Mijn voorstel: Studiedag over leesbevordering. Hoe maken we lezen leuk voor de leerlingen in onze klas? Heel praktisch aan de gang en leesbevorderingsactiviteiten voorbereiden. Schrappen: Studiedag 13 Opbrengstgericht werken. Nog een conclusie die we al lang kennen maar waar we eigenlijk weinig mee doen in de praktijk: Vooral jongens gaan steeds slechter lezen. Mijn voorstel: Studiedag leesbevordering voor jongens. Voor welke teksten en leesactiviteiten krijgen we de jongens in de klas enthousiast? Schrappen studiedag 14 Opbrengstgericht werken. Nog zo'n conclusie: Scholen richten zich te veel op het streefniveau waardoor leerlingen die meer kunnen dan dat in feite te kort wordt gedaan. Talenten van leerlingen blijven liggen. Eeuwig zonde natuurlijk, maar toch ook wel te begrijpen gezien de werkdruk die wordt ervaren. Er moeten ergens doelen sneuvelen. De boven gemiddelde leerlingen lijken de pineut te zijn geworden. Tenslotte concludeert het rapport dat de ontwikkeling van de kwaliteit van het didactisch handelen van leerkrachten stagneert. Gelukkig heeft de inspecteur niet alleen zijn lijstje afgevinkt van achter uit de klas, maar ook geluisterd naar wat er leeft in de teamkamer: 'De randvoorwaarden om tot goede kwaliteit te komen, lijken niet optimaal: er is sprake van een toenemend lerarentekort, teruglopende achterstandsmiddelen en regionale krimp. Bovendien heeft het basisonderwijs te maken met een hoge ervaren werkdruk en een hoog ziekteverzuim. Dit maakt het een lastige opgave blijvend goede onderwijskwaliteit te realiseren.' (pag. 74-75). Misschien is deze conclusie dan toch reden om het glas van je collega nog maar een keer bij te vullen. Want: jullie stem is gehoord, en in dit rapport staat te lezen waarom jullie dit jaar massaal aan de bel hebben gesjord, getrokken en geklingeld. Studiedag 4 mag wat mij betreft een kort programma hebben en een hele lange borrel. Helaas zal het wel een woensdagmiddagborrel worden, maar misschien moet dat ook maar eens gezegd worden: De tijd dat woensdagmiddag een vrije middag voor de leerkracht betekende stamt echt uit de vorige eeuw. Dus daar willen we nooit meer iets over horen. Proost! Op een welverdiend, vrij, weekend.
0 Reacties
Het schooljaar is weer begonnen; De meisjes staan, rugzakjes op de rug, verspreid in groepjes over het plein, met elkaar te lachen en te kletsen of hangen ondersteboven aan het duikelrek. De jongens denderen het schoolplein op, gooien hun tas neer en kiezen een plek in het voetbalveld. Bij jullie op school hetzelfde verhaal? Natuurlijk, een stereotype beeld. Er bungelt ook wel eens een jongen aan het duikelrek en er is ook altijd wel een meisje dat haar tas voor de voeten van haar moeder smijt en op de boys afstormt. Maar toch, hoezeer we ook opgegroeid zijn met de gelijkhed van jongens en meisjes, er zijn zulke duidelijke verschillen te zien. Tot voor kort was er, vreemd genoeg, op de Pabo nog maar weinig aandacht voor de verschillen tussen de seksen. Terwijl elke leerkracht met deze verschillen te maken krijgt. Niet alleen buiten, op het plein, maar ook tijdens de gymles, bij de creatieve vakken en tijdens het cognitieve werk. En zo zijn er ook verschillen op het gebied van leesbeleving. Natuurlijk zijn er ook hier veel uitzonderingen, maar elke leerkracht kent ze; de voetballende of klimmende, rauzende jongens vol energie... 'Lezen... geen bal aan!!!, Met name de jongens waarbij het lezen niet makkelijk gaat vormen een lastig te motiveren groep. Wat doe jij met deze jongens (en meisjes)? Nee, natuurlijk, ik mag hen niet over een kam scheren, maar wat lezen deze jongens bij jou in de groep het liefst? Precies. En mogen ze van jou dat Duckie lezen? En wat nou als je ze binnen een minuut 3 bladzijden om ziet slaan? Ik heb zo'n jongen thuis rondrennen. Vol energie, en het liefst buiten (als er geen 'schermtijd' is, anders is het ineens een ander verhaal). We lezen dagelijks, omdat het moet. Het is geen strijd, want het is een ritueel geworden. Maar er wordt bar weinig plezier aan beleefd. En ja, ik praat over het verhaal, ik wijs op grapjes, we lezen om de beurt, we hebben de Effies van voor naar achter en terug gelezen dus aan het thema ligt het ook niet. Lezen is gewoon niet leuk. Verhalen, daarentegen, vindt hij fantastisch. Voorlezen duurt altijd te kort, de Kleine Kapitein, Ronja de Roversdochter, ze zijn favoriet. Maar zelf lezen... nee. Totdat ik deze zomer, op weg naar Frankrijk (om maar in de stereotypen te blijven), mijn mobieltje tevoorschijn haalde. Vlak voor vertrek had ik de VakantieBieb-app geinstalleerd. Gratis en voor niks had ik boeken in een digitale boekenkast kunnen zetten. Zonder er al te veel van te verwachten, zei ik, op een moment dat Barbie nakend door de auto vloog; 'Wie wil er een boek lezen op mijn telefoon?'. Wat er toen gebeurde zal mij nog lang bijblijven. Ruzie om het lezen van een boek. Dit had ik nog nooit meegemaakt. En zo bleef het, de hele reis door. We moesten zelfs eindtijden afspreken om de vrede te bewaren. Ok, ik moet toegeven dat het moppenboek favoriet was en telkens herhaald werd... Maar wie had gedacht (na 9 keer enthousiast reageren op dezelfde grap) dat ik nog eens zou denken: 'Geef nu dat boek hier of ik smijt het uit het raam...'. Gelukkig bewaarde ik mijn zelfbeheersing, zoals het hoort. Thuis (uitgerust van een verder fijne vakantie) las ik een artikel van Niels Bakker, Digitaal lezen – wie doen het al? Een SMB-dieptestudie naar het profiel van de e-boekenlezer en de leesbeleving van de e-reader, tablet en laptop. Het onderzoek is uitgevoerd onder jongeren ouder dan 13 jaar en volwassenen. Maar toch zette het mij ook aan het denken over digitaal lezen voor kinderen. Uit de studie blijkt, onder meer, dat digitaal lezen een vorm van lezen is die juist die groep kinderen aan kan spreken die normaal liever een balletje trapt dan dat hij een boek uit de kast pakt. Dit niet zozeer uit 'leeshonger' maar vanuit de interesse voor digitale media. Vooral de tablet en de smartphone zouden aantrekkelijk zijn voor deze groep. Het voorbeeld dat deze conclusie ook voor in elk geval 1 jonger kind ook opgaat, heb ik zelf op mijn achterbank gezien. Verder blijkt dat de e-reader een diepere leeservaring en grotere leesbeleving oplevert dan overige digitale media. Niels Bakker oppert, en hij verwijst hierbij naar Aidan Chambers, dat een tablet goed ingezet zou kunnen worden om kinderen die niet veel met lezen hebben, in aanraking te brengen met verschillende boeken; Ze kunnen op een tablet wat grasduinen door boeken, op zoek naar iets dat hen aanspreekt. Vervolgens, als zij zo'n boek hebben gevonden, zouden ze dit op een e-reader kunnen lezen. Voordeel van een e-reader boven een tablet is, naast het leescomfort voor de ogen, dat er minder kans is op scannend en vluchtig lezen en 'wegzap-gedrag' tussendoor naar bijvoorbeeld internet of andere apps. In het artikel wordt ook het idee geopperd om kinderen eerst met een tablet te laten lezen, omdat dit hen in eerste instantie trekt. Na verloop van tijd zou dan kunnen worden overgestapt op een e-reader. Toen ik het artikel uit had zag ik het wel voor me... Een klas vol lezende kinderen, lekker hangend, zittend, liggend... De meesten met een papieren boek. Een paar jongens op de zitzak met hun neus in de tablet... Misschien af en toe skippend tussen verschillende boeken, maar toch... met hun neus in hun boek en... met plezier! Ja, ik ben om. Voor mij geen e-reader. Ik ben zelfs in een boek uit eind 19e eeuw bezig, en wat ruikt dat papier lekker. Maar voor mijn zoon en al die andere jongens die beweren dat lezen stom is kon de sleutel van leesbevordering wel eens in het digitale boek liggen. Vraag je directeur om een tablet (ik weet toch wel dat je je eigen tablet meeneemt omdat er geen budget is), vraag je biebcommissie om budget voor de aanschaf van leuke e-boeken, vraag ouders om e-readers die ongebruikt in de la liggen, en, ok, schaf een papieren moppenboek aan. Want, ja, dat gevoel van papier, geef ze dat toch ook nog maar mee. Heel veel succes met de voetbaljongens dit schooljaar. Mocht je je ervaringen willen delen: Graag! Dit kan ook eventueel persoonlijk op Twitter. Vandaag zwaaide Utrecht het peleton van de Tour uit. Het was, net als de proloog gisteren, een emotionele gebeurtenis. Utrecht was 1 volk; bier, zwembad en ijsjes werden gedeeld en... Utrechts liefste held voerde het peleton van de reclamekaravaan aan. Nijntje, dit jaar 60 jaar geworden, reed voorop. Ter ere van de verjaardag van Dick Bruna's geesteskind zijn er dit jaar verschillende hertalingen van Nijntje-uitgaven verschenen. Onder meer Nijntje op de fiets. In ut Utregs, door Herman van Veen vertaald. In sappig en realistisch Utrechts is Nijntje te lezen en vanaf de eerste bladzijde zie je het voor je: Nijntje zit aan tafel. Maar in de Utregse versie zie je niet een houten vierkante tafel voor je, maar een ovale witte plastic tuintafel. Door vader en moeder opgezet voor de deur, of nee, langs het parcours van De Tour, op de Marnixlaan. Nijntje poot, tussen de lege flesjes pils en cola, de ellebogen op tafel, en staart in de richting van 'De rode brug', in afwachting van het peleton. Nijn mijmert voor zich uit: laoter as'k groat ben/ (...) goatik een fietstocht maoke/ k'hoop da da dan mâg/ dan fiets ik lângs de velde/ woar zo veul bloemuh staon/ k'hou heul veul van bloemuh/ hiero ken je me zien gaon (Uit: Dick Bruna, Nijntje op de fiets. In ut Utregs). Hoewel de illustraties van Dick Bruna niets veranderd zijn in deze versie, lukt het Herman van Veen met zijn fraaie tekst het beeld van een echt stadskonijntje op te roepen. En ineens begrijp je hoe het komt dat langs het parcours van de Tour alle mannen uit Zuilen en Ondiep enthousiast springende jongetjes worden, de Utrechtse vrouwen de renners van de Tour vol passie toejuichen; Samen fietsen Door ons stadsie, we snappen het allemaal, in wind en regen fietsen, we kennen het uit onze middelbare schooltijd, van de fiets vallen - we have been there... en als je dan thuis kwam... thee met koekjes. En of je nu in de Betonbuurt of in Wittevrouwen naar school ging, je kreeg Nijntje voorgelezen. En, net zoals Nijn, op de fiets (en op onse bakkus) ginge we allemaol. Nijntje en de fiets, dat maakt Utrecht 1! De Tour is weg, en het was goed. Nijntje en de fiets blijven in Utrecht, en ook dat is goed. Morgen fiets ik nog even langs ons Nijntjepleintje.
Al lang loop ik met het idee in mijn hoofd... en vandaag ben ik er gewoon maar aan begonnen; Mijn blog over leesbevordering en jeugdliteratuur. Als ik mijn moeder moet geloven lag ik in de box (op een groen plastic boxkleed met oranje hertjes... precies... de jaren '70) al geconcentreerd tijdschriften te bestuderen, waar mijn broertjes en zusjes de Margriet dan wel Libelle gebruikten als oefening van de fijne motoriek. Leesbevordering was bij mij dan ook niet nodig... Hoewel... wat nu als mijn moeder zichzelf nou niet elke week op een damesblad had getrakteerd? En als mijn broertje nou niet 'Wiele wiele stap' kado had gekregen? En als ik nou niet had geweten wie Nijntje Pluis was? En ik niet had geweten dat Jip een gat in zijn broekje kreeg toen hij op het stenen muurtje glijbaantje speelde? Ik weet het niet. Ik kan me een wereld zonder boeken en verhalen niet voorstellen. Was ik wezenloos op mijn rug blijven staren naar de balletjes in primaire kleuren tot ze me mijn neus uit kwamen? Was ik me op gaan trekken aan het levensgevaarlijke tuig met knalrode ringen dat ze boven mijn hoofd in de box hadden opgehangen? Dat was mijn grove motoriek wellicht ten goede gekomen. Maar het zou aan me geknaagd hebben, ik weet het. Ik zou hebben geweten dat er een wereld was die ik niet vast kon pakken maar waar ik me wel in kon verliezen. Ja ik weet hoe het zou zijn gegaan. Op een onbewaakt ogenblik, als mijn moeder haar Belinda (light, met filter) opstak in de keuken was ik via de gang, en de voortuin naar tante Nel, de buurvrouw, getijgerd om de Ariadne van de salontafel te jatten. Maar, al heb ik er nog nooit één zelf gekocht, en ja, daar heb ik oprecht spijt van en ik zal mijn leven beteren, ik ben blij met de Libelle van mijn moeder en de Margriet moet altijd blijven! |
Welkom
Welkom op het blog van Bureau op Stelten! Blog over jeugdliteratuur en leesbevordering in basisonderwijs en kinderopvang. Categorieën
Alles
Archief
November 2018
Beste Lezer! Geniet je ook zo van die prachtige illustraties en mooie auteursfoto's? Op de geplaatste afbeeldingen rust wel copyright. Deze mogen dan ook niet gekopieerd worden voor verspreiding of gebruik op social media.
|