Vandaag een boekentip voor de Middenbouw: Baas van de wereld, een boek van Pieter Koolwijk met illustraties van Elly Hees. Het boek is kort geleden verschenen en ligt al even op mij te wachten. Dit komt vooral doordat ik een beetje in het boek bleef hangen. Het is een boek waar je even in moet komen. Ik had een stukje gelezen, legde het weg om iets anders te gaan lezen en trok me eerlijk gezegd niet meteen aan om weer op te pakken. Het begint namelijk wat stroefjes en niet helemaal geloofwaardig. Twee bevriende kinderen, Ivo en Mia, zijn allebei op hun eigen manier buitenbeentjes. Ze ontmoeten al snel in het verhaal een bijzondere man. Een zwerver, die geheimzinnige uitspraken doet als; 'Zijn jullie soms tijdrenners? Nooit tijd. Altijd op weg naar de volgende bestemming.' (blz. 13) Ivo, wiens gedachten wij te lezen krijgen, weet niet zo goed raad met de man. Misschien komt het daardoor dat je als lezer ook een beetje een ongemakkelijk gevoel krijgt bij de gesprekken tussen de kinderen en de man, en je niet direct lekker voelt bij het verhaal. Toch is het de moeite waard even door te lezen. Het verhaal neemt verrassende wendingen en krijgt je op een bepaald moment toch te pakken als lezer. Je leert Ivo, dat jongetje in de klas dat alles letterlijk neemt waardoor er nogal wat misverstanden ontstaan, beter kennen. Mila, die voornamelijk in haar hoofd zit, waar je als lezer geen kijkje in krijgt, blijft langer wat onvoorspelbaar en mysterieus. Net als dat meisje in de groep waar van alles speelt thuis, maar die je moet leren 'lezen' voordat je iets met haar krijgt. Het verhaal is doorspekt met creatieve woorden en motto's van de zwerver, die zich Baas van de wereld noemt. Deze personage is een geheimzinnig figuur, waarbij het verhaal fantastische trekjes krijgt. Er gebeuren dingen die niet kunnen, en tegelijkertijd is het verhaal zeer reëel: De Baas van de wereld zet de kinderen stil bij wantoestanden op deze aardbol en zet zich in voor het verbeteren van de wereld. De kinderen leren van Baas, zoals zij hem noemen, dat een gebeurtenis of een situatie verschillende mogelijke aflopen heeft. Vooral Ivo irriteert het dat Baas het steeds heeft over kansen en mogelijkheden in plaats van over feiten en vaste waarheden. Deze tegenstelling vormt op de achtergrond een rode draad; Kijk naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Houd opties open, ook als je denkt dat er geen mogelijkheden meer zijn. Een motief dat een aantal keer terug komt is ook: Iets kan goed aflopen, maar iets kan ook verkeerd aflopen. En ja, dan schuurt het soms. Zo ontmoet Mia haar moeder, die haar gezin verlaten heeft, en nee... die ontmoeting loopt niet goed af. Wat dat betreft is dit boek, hoewel vol fantasie, zeker geen sprookje. Het tweede deel van het boek lees ik vlot uit; Ik zit er helemaal in en word verrast door leuke wendingen in het verhaal. Ik zou het boek aan kinderen aanbevelen die zeg maar kleine 'wereldverbeteraars' zijn. Kinderen die niet tegen onrecht kunnen, en die zich bezig houden met bijvoorbeeld milieu. Het is ook een boek waarin een houding van respect voor anders zijn wordt voorgeleefd. Soms iets te nadrukkelijk naar mijn zin; Ivo heeft, ondanks zijn beperkingen soms heel volwassen redeneringen en uitspraken. Dit maakt het naar mijn smaak soms niet helemaal geloofwaardig en zelfs wat belerend. Maar dat is misschien vanuit volwassen oogpunt gelezen. Ik zou heel benieuwd zijn hoe het boek door kinderen in de middenbouw gewaardeerd wordt. Leuk als je je bevindingen deelt! Het boek is mooi vormgegeven; Titels, paginanummers en illustraties zijn in kleur en het papier is van fijne kwaliteit. De illustraties zijn nonchalant van opzet; dit geeft ruimte om zelf nog een deel in te vullen. Dat past wel goed bij het verhaal. Want waar het verhaal begint met een gesprek tussen Mia en Ivo over wat Ivo later wil worden, eindigt het verhaal met dezelfde dialoog... en zou het hele tussenliggende avontuur best eens de fantasie van Ivo kunnen zijn geweest. Hoe denken jouw leerlingen daar over? Ik ben benieuwd! WEDSTRIJD! Heb jij een klas met potentiële wereldverbeteraars? Als je dit boek gelezen hebt weet je dat dat altijd zo is, dat is de kracht van kinderen! Ben jij een leerkracht die de kinderen daar ruimte in geeft en in wil stimuleren? Super! Doe dan mee aan de wedstrijd die aan dit boek gekoppeld is! Bedenk met je klas hoe jullie de wereld zouden verbeteren en stuur het idee in! (8-12 jaar) Deze wedstrijd wordt mogelijk gemaakt door het Oranjefonds. Meedoen kan tot 1 mei dus dat vraagt om actie! Of... klik op het plaatje hieronder en laat het filmpje zien in je groep en geef de kinderen dit als huiswerk mee voor in de meivakantie. Succes en veel plezier!
0 Reacties
Woensdag 6 april organiseerde Uitgeverij Zwijsen een inspiratiemiddag over lezen en leesbevordering in het kader van 'Lees 15 minuten per dag'. In een mooie ruimte van Openbare Bibliotheek Amsterdam kwamen kwartiermakers, leerkrachten en andere belangstellenden bij elkaar. Bureau Op Stelten was er bij, want een kans om inspiratie op te doen laat ik niet zomaar aan mijn neus voorbij gaan! En natuurlijk deel ik interessante en praktische informatie met jullie! Onder het genot van een cappucino van La Place, gevestigd in de bibliotheek (!!), nam ik plaats in de zaal. Mijn collega Inge van de Margriet was ook aanwezig, dus de middag was extra leuk! Marion van der Meulen, deskundige op het gebied van lezen en leesbevordering vanuit haar ervaring als educatief uitgever en auteur op het gebied van lezen, opent de middag. Ze vertelt over het programma 'Lees 15 minuten per dag', waarvan de deelnemers 'Kwartiermakers' worden genoemd. De Kwartiermakers worden ondersteund met materialen en ideeën voor leesbevordering. Marion geeft het woord aan Rian Visser, auteur en leesbevorderaar. Rian Visser vertelt vol enthousiasme over haar werk als Schoolschrijver. Ze vertelt hoe zij ondervindt dat kinderen meer plezier in lezen krijgen als zij zelf ook hun eigen verhalen maken. Zij werkt daarom graag met groepen aan een 'Fantasieverhaal'. Zij leest, ter illustratie, een verhaal voor dat zij daarbij gebruikt. Tijdens het verhaal geeft zij de kinderen telkens een tekenopdracht. Zij doet dit zo, dat de persoonlijke fantasie van elk kind geprikkeld wordt. Op de eigen ideeën van het kind wordt door het verhaal heen verder geborduurd. Er is dus wel een verhaallijn, maar het verhaal is zo opgebouwd dat het kind er steeds allerlei kanten mee uit kan; Kinderen bedenken bijvoorbeeld een eigen probleem, eigenschappen van een bepaald figuur of voorwerp, een eigen oplossing bij het probleem, dialogen. Uiteindelijk ontstaan er zo bij het verhaal tekeningen die elk een andere versie van het verhaal vormen; Elk kind heeft zijn eigen verhaal 'verteld'. Een leuke manier om met de hele groep aan een opdracht te werken en toch ieder de ruimte te geven om zelf invulling aan de opdracht te geven. Rian geeft nog een paar tips: Lees lekker snel voor, zodat de kinderen niet te lang kunnen nadenken maar intuïtief tekenen. Er mag niet gegumd worden. Deze werkvorm is te gebruiken tot en met groep 8. Rian zet deze opdrachten ook in voor het werken met vluchtelingen en nieuwkomers. 'Het is een goede manier om hen zo onbewust hun eigen verhaal te laten vertellen.' - Aldus de spreekster. Zij verwijst naar haar Yurls- pagina, waar verschillende frames en werkbladen te downloaden zijn. Rian illustreert hoe van de fantasieverhalen van de kinderen ebooks gemaakt kunnen worden met de app Bookcreator (helaas alleen voor Ipad). Deze app is voor het maken van 1 boekje gratis. Ook laat Rian de app Puppet Pals zien. De zaal reageert enthousiast; Wat is dit een leuke en aansprekende manier om met kinderen een verhaal tot leven te brengen! In deze app kan je figuren uitkiezen of importeren en deze tegen een zelfgekozen of ingevoerde achtergrond laten bewegen. Je kunt geluiden opnemen, en Rian laat zien hoe makkelijk het is om een figuurtje te laten bewegen en zo een dialoog te laten voeren met een ander figuur. Als het verhaal klaar is kan het geëxporteerd worden naar je video's, zodat het weer via het digibord vertoond kan worden of op andere manieren kan worden ingezet. Een ontzettend leuke en eenvoudig te hanteren app, waarbij mijn collega en ik elkaar al allerlei mogelijkheden voor in de klas influisteren! Deze app is gratis, en tegen betaling van een paar euro uit te breiden voor het invoegen van eigen foto's. Na deze praktische tips van Rian Visser vertelt Marion van der Meulen over theoretische achtergronden van het nut van dagelijks lezen. Wat levert 15 minuten lezen per dag op? De spreekster somt een aantal wetenschappelijk bewezen feiten op: Kinderen lezen een miljoen woorden per jaar, kinderen presteren beter over de hele linie op school, werken aan lezen is werken aan de basis voor leren! Onze tegenwoordige wereld is ingericht op lezen. De hele dag door gebruik je deze vaardigheid; Je leest productinformatie in de supermarkt of bij je ontbijt op het pak melk, reisinformatie op de verkeersborden of de informatieborden bij de trein, de mail, enzovoorts. We lezen in dit digitale tijdperk meer dan ooit! Niet kunnen lezen is ondenkbaar. En toch verlaat nog steeds 15% van de kinderen het basisonderwijs als functioneel analfabeet! (Dat is onder AVI E6-niveau). De spreekster stipt een zorg aan in het huidige leesonderwijs; Het is tegenwoordig uitgesplitst in allerlei vakken; technisch lezen, begrijpend lezen, vrij lezen... Begrijpend lezen wordt als apart vak aangeboden en is gericht op het aanleren van strategieën maar kinderen maken uit zichzelf de transfer naar het gebruik van teksten niet. Dit aanleren van deelvaardigheden is naar haar mening doorgeslagen. Zij wijst op de mogelijkheid om deze verschillende vaardigheden geïntegreerd te oefenen en uit te bouwen door teksten die samen gelezen worden altijd te lezen met het oog op begrip. Deze aandachtspunten voor het onderwijs licht zij helder toe en dit inzicht geef ik graag door want ik sta daar helemaal achter. Een tekst begrijpen vereist dat je hem goed leest en een tekst goed lezen vereist dat je hem begrijpt. Wees als leerkracht een rolmodel en leer de kinderen bij elke tekst na te denken over wat er staat, waar het over gaat, welke verbanden er worden aangegeven. Op deze manier laat je leerlingen zien waar lezen goed voor is (iets te weten komen, een fantasiewereld oproepen) en waarom het belangrijk is nauwkeurig te lezen (anders begrijp je niet wat er verteld wordt en heeft lezen dus geen zin). Na de pauze volgen 2 workshops. Wij beginnen bij de workshop van Susanne Oosterveen, onderwijskundige. Zij presenteert twee werkvormen van Land van Lezen. Deze website over leesbevordering wordt binnenkort door Uitgeverij Zwijsen gelanceerd. Ik kijk er naar uit want op deze site wordt het mogelijk met veel handige filters het aanbod in kinderboeken te doorzoeken. Dit zou wel eens heel handig kunnen zijn voor gebruik in of voor je klas! Ik zal het hier melden als de site online is gegaan. De eerste leesbevorderingsactiviteit is de Boekenproeverij. Wij zitten in een opstelling zoals je in de klas ook hebt of kunt maken: In groepjes. Per groepje krijgen wij door Susanne, die een schort heeft omgedaan, een dienblad met boeken voorgeschoteld; Ons voorgerecht. Wij mogen er van gaan 'proeven', en dat doen we graag. We bekijken de boeken en pakken er uit wat ons het meest aanspreekt. We raken vanzelf aan de praat over onze 'smaken'. Sommige 'gerechten' smaken anders dan we op het eerste gezicht dachten; Soms positief, soms negatief. Dit is een leuke vorm om in de klas uit te proberen. Op een bijbehorend formulier kunnen de leerlingen opschrijven wat 'naar meer smaakt'. Als leerkracht moet je vooraf stapels breed gevarieerde boeken neerleggen. De bedoeling van deze activiteit is namelijk kinderen in aanraking te brengen met boeken, genres, auteurs, die zijn normaal gesproken misschien niet uit zouden kiezen. Het is een leuke manier om in korte tijd veel boeken te bekijken en elkaar tips te geven. Susanne loopt rond in haar rol als ober en is beschikbaar voor vragen. Belangrijk bij deze werkvorm is dat motivatie van de leerling voorop staat. Het avi-niveau is veel minder belangrijk als het kind gemotiveerd is om het boek te lezen!
De tweede workshop wordt gegeven door illustratrice Daniëlle Schothorst. Zij geeft regelmatig workshops aan kinderen. Zij werkt hierbij, net als bij haar eigen werk, graag met collages. Zij laat zien hoe zij met bijzondere papiersoorten, textiel en andere onverwachtse materialen komt tot sfeervolle kunstwerkjes. Zij laat zien hoe je door te spelen met materialen met kinderen aan de slag zou kunnen gaan met kinderen. Door foto's van de collages te maken kunnen de werken worden afgedrukt in een boek. Zij laat ons prints van verschillende boekomslagen zien. Via multiple choice kunnen wij aangeven welke titel er het best bij de illustratie past. Op deze manier zijn wij spelenderwijs bezig met de hoofdgedachte van het boek. Dit kan je ook heel goed in de groep doen. Je laat de omslag zonder titel zien en leest bijvoorbeeld een stukje voor. Daarna kiezen de kinderen de best passende titel. Het is natuurlijk ook mogelijk om de kinderen zelf een passende titel te laten kiezen. Na deze workshop doen wij nog een bingo, een spel dat ook heel goed in de klas gedaan kan worden. Er worden fragmenten uit boeken voorgelezen en de leerlingen moeten op hun bingo-blad het genre aankruisen (of de titel, of de auteur, of...). Na de bingo, waarbij de prijs natuurlijk uit kinderboeken bestaat, praten we nog even na met een drankje en hapje. Inge en ik concluderen dat we met nieuwe, bruikbare ideeën de klas weer in gaan. Goed om even weer opgeschud te worden om met leesbevordering aan de slag te gaan. Het pakket boeken dat we opgestuurd krijgen is een mooie collectie om mee te beginnen... Wat zullen we er van maken? Een driegangenmenu of een uitpakfeestje? En binnenkort maar weer eens een boek maken met de klas. Leuk, met watjes en overtrekpapier. We kunnen er foto's van maken en dan digitaal een klassenboek maken waarbij kinderen het verhaal vertellen. En het filmpje tijdens de 5-minuten-van-inspiratie op de volgende teamvergadering laten zien? Maar dat komt morgen wel, want voor deze dag zitten we nu wel vol. Vol inspiratie, een geslaagde middag dus, en een aanrader voor een volgende keer!
Vrijdag 11 maart werd, op een studiemiddag van IBBY, de Miep Diekmann thesis prijs 2016 uitgereikt. De winnaar is Mecu Ginting, met haar thesis Wild waters. An analysis of the Dynamics between People and Water in Dutch Children’s Literature from the Vantage Point of the Ecohumanities. Zij heeft dit onderzoek uitgevoerd als onderdeel van de Master jeugdliteratuur aan de Tilburg University. Twee eervolle vermeldingen gingen naar Jozefien de Leest en Maaike Vaes, voor respectievelijk Een ‘kindermenu’ in de literatuur. Wat wordt er over een literaire status gecommuniceerd naar het publiek anno 2013? (Master boekwetenschap en handschriftkunde Universiteit van Amsterdam) en Bedenk dat dit geweest is … De Tweede Wereldoorlog in recente jeugdliteratuur (Master jeugdliteratuur Tilburg University). Miep Diekman, naast Annie M.G. Schmidt misschien wel de belangrijkste icoon uit de Nederlandse jeugdliteratuur, is zelf aanwezig deze middag. Zij spreekt de zaal vol passie toe over het schrijverschap. Zij moedigt alle studenten die zich bezighouden met jeugdliteratuur aan, dicht bij zichzelf te blijven en vol te houden. Zij spreekt uit eigen ervaring als zij de aanwezigen in de zaal, vrienden van IBBY, op het hart drukt om te blijven roepen om aandacht voor jeugdliteratuur. Na afloop van de studiemiddag, waarin verschillende lopende en net afgeronde onderzoeksobjecten worden gepresenteerd, ontmoet ik Miep Diekman tijdens de borrel. Zij blijkt nou eens echt een 'krasse oudere dame'. Als ik haar vraag of zij de lezers van dit blog, opvoeders en leerkrachten van kinderen in het basisonderwijs, iets mee zou willen geven, denkt zij even na. Dan zegt ze: 'Tegenwoordig is het nooit goed bij ouders. Het ene kind wil niet lezen, en dan vragen de ouders: Wat moet ik doen. Nou, zeg ik dan, laat dat kind spelen. Kinderen willen bewegen! Andere ouders zeggen: Mijn kind stopt maar niet met lezen, het leest zelfs nog onder de douche. Wat moet ik doen? Dan zeg ik: Koop een paraplu! Kinderen zijn in beweging, kind zijn is beweging. Maar voorlezen is vanaf het begin belangrijk. Ik vertel de schrijfster dat een van mijn eerste jeugdherinnering aan boeken het boek Wiele wiele stap is. De schrijfster glimlacht en vertelt trots dat er nu al drie generaties genieten van deze boeken voor peuters. Ze vertelt dat dit boek zo goed aansluit bij die leeftijd omdat de versjes in beweging zijn en over beweging gaan. Dat is de wereld van een jong kind. Ik vraag haar of ze zich zo goed in kan leven in jonge kinderen. Nee, zegt ze. Het gaat er om goed te observeren. Dat is het. Ze vertelt hoe een uitgever het plan had om bij een herdruk op de omslag een illustratie van een kind met de duim in de mond te plaatsen. 'Nou, dat ging dus mooi niet door. Ik zei: Dat nooit. Dat past toch helemaal niet, beweging, daar gaat het om. Dan maar geen herdruk. Toen gingen ze overstag.' De schrijfster grinnikt. En ik grinnik mee. Zoals ik in een ver verleden glimlachte om haar levendige versjes, heb ik nu plezier in de pittige dame die een glaasje weg nipt in de foyer van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ontzettend leuk om Miep Diekman eens te ontmoeten en te spreken. Beweging, met dat motto kan ik wel een tijdje spelen in mijn hoofd... wil je kind niet lezen? het wil spelen; laat het lekker bewegen!
NIEUW!! De komende tijd verschijnen er weer heel wat kinderboeken om naar uit te kijken! Bureau Op Stelten leest ze vast voor je, dus houd de blog in de gaten (volgen via RSS Feed of Twitter) en je bent op de hoogte van de nieuwste boeken die de moeite waard zijn voor je leerlingen! Vandaag aandacht voor het boek Rover gezocht door Udo Weigelt. Het boek verschijnt 1 maart bij Uitgeverij Lemniscaat. Morgen dus! De oorspronkelijk Duitse uitgave verscheen in 2013. De vertaling is verzorgd door Merel de Vink en de illustraties zijn van de hand van Marieke Nelissen. Door de mooie vormgeving en de sfeervolle illustraties zie je al voordat je in het boek duikt dat je een boek in handen hebt waar met liefde aan is gewerkt. Rover gezocht speelt zich af in Ignazië, een klein eiland waar werkelijk bijna niets gebeurt. De meeste inwoners hebben ondanks een dubbele rol of baan bar weinig te doen. Het is er veilig, dat wel, maar of iedereen daar gelukkig van wordt? Wachtmeester Ravenhorst niet in elk geval. Hij is, zo blijkt uit het verhaal, depressief. De wachtmeester voelt zich overbodig. De wijze dokter, tevens schoolmeester, heeft de oplossing: Er zal een rover moeten komen om de wachtmeester iets te geven om op te jagen en om te vangen. De koning stelt zuchtend vast dat zijn koninkrijk zich in een enorme crisis bevindt. Toen bleek dat koning Ignaz niet voor niets koning was. Plotseling richtte hij zich op in zijn troon en zei vastbesloten: 'Ik moet me vermannen. Dit is een crisis en ik ben de koning. Rust is de eerste koninklijke plicht!' 'Daar hebt u volkomen gelijk in, majesteit,' zei dokter Janus verwachtingsvol. 'Waarachtig heb ik daar gelijk in,' antwoordde de koning koninklijk. 'En daarom zal ik eerst eens een dutje gaan doen en er even over slapen.' Hij was al van zijn troon gestegen en verdween in zijn slaapkamer. 'Oei, oei, oei,' hoorde de dokter hem nog mompelen. (Rover gezocht, pag. 14-15) Prinses Alicia en stalknecht Finn vangen dit gesprek toevallig op. Als een ware jonkvrouwe daagt Alicia haar knecht, waar zij meer om geeft dan zij wil toegeven, uit om er als een ridder op uit te trekken, op zoek naar een rover voor de wachtmeester. Finn laat een briefje achter en vertrekt, op zoek naar een rover. Op zijn zoektocht komt hij net als een echte ridder terecht in heroïsche avonturen, waarbij hij angstige momenten beleeft, maar ook verrast wordt: Niet elke rover is wat hij lijkt! Ook ontmoet hij een rovermeisje, Leonie, waarover hij zijn (voor-)oordeel in de loop van het avontuur moet bijstellen. Het verhaal wordt vlot verteld, en door de humoristische dialogen en verrassende, creatieve wendingen blijft het aantrekkelijk om verder te lezen. Ook de prachtige gekleurde illustraties van Marieke Nelissen zorgen ervoor dat je in de magische sfeer van het verhaal getrokken blijft. De tekenaar gebruikt zachte kleurtonen en wisselend perspectief en weet dit zo te gebruiken dat de lieflijke sfeer van Ignazië aandoenlijk afsteekt tegen de duistere wereld van het rijk van de mythische boze hertog Zaban en zijn spionnen en handlangers. Goed en kwaad speelt, als in een waar sprookje, op de achtergrond een grote rol. Zo neemt de auteur, opgeleid in Duitse taal- en letterkunde en geschiedenis, de lezer mee in een nieuwe ridderroman waarin niet alles en iedereen is wat het of hij lijkt. Een spannend boek met personages met grappige karaktereigenschappen. Een boek waarin het soms even griezelig spannend is, maar waarin het niet naargeestig wordt. Kortom, een verhaal om heerlijk in te verdwijnen als je houdt van verrassende of avontuurlijke boeken. Leuk voor de schoolbibliotheek, en ook geschikt als voorleesboek voor de hele groep. Het boek leent zich tenslotte ook goed om creatieve lessen aan te koppelen. Aan ideeën hiervoor zal ik binnenkort een blog wijden.
Afgelopen zondag vierden Ron Schroder en Marianne Busser een extra groot Boekenfeestje. Dit feestje, bedoeld voor juffen, meesters, ouders, opa's, oma's en andere voorlezers, werd gehouden in het Gooitheater in Hilversum. Het geliefde schrijversduo verzorgde een afwisselend programma, waarin werd voorgelezen, gezongen, gespeecht en veel, heel veel werd uitgedeeld. Een bosje bloemen voor illustratoren, een zilveren beker met poep voor de organisatie, een speech ter ere van de 70e verjaardag van Jacques Vriens, een boek voor het publiek, en nog heel veel meer boeken voor het publiek, flesjes wijn voor de uitgever, nog een flesje wijn voor Marcel Zimmer die optrad, het hield maar niet op. Ook Ron en Marianne zelf werden verrast. Zo werd hun feestje omgetoverd tot 'Sterren op het doek', waarbij de illustratoren Dagmar Stam, Ivan en Ilia en Mark Janssen achter op het toneel werkten aan een kunstwerk voor de schrijvers. Ook werd hen, door de uitgeverijen Unieboek en Moon samen, een plakkaat overhandigd ter ere van de verkoop van 5 miljoen boeken in Nederland. Een respectabel aantal en heel veel kadootjes waard! Toen het feestje afgelopen was leek ik de enige betreurenswaardige in de zaal die nog niet aan de beurt geweest was... Maar dan had ik het toch mis want ook aan mij was gedacht! Mij wachtten na afloop van het feestje bitterballen bij de koffie in de foyer en een goed gevulde goodybag bij de garderobe. Het schrijversduo kiest voor het kunstwerk van Marc Janssen. De kunstwerken van Ivan en Ilia en van Dagmar Stam worden binnenkort geveild op de Facebook pagina van Marianne Busser en Ron Schroder.
Doen jullie op school ook mee aan de Nationale Voorleesdagen? Van 27 januari tot 6 februari heb je de kans om lekker extra veel tijd uit te trekken voor stil lezen en voorlezen. De campagne van de CPNB richt zich vooral op kinderen van 0-6, maar uiteraard is het ook voor kinderen van 7-12 een mooie aanleiding om lezen centraal te stellen. En dan natuurlijk niet technisch lezen... Maar lekker genieten van lezen en van mooie boeken. Nog geen plannen gemaakt voor de voorleesdagen? Gooi het alsnog in je team en schrap samen een aantal lessen op het rooster... Of wees creatief en zet mooie boeken en verhalen in bij vakken als natuur, geschiedenis, aardrijkskunde, levensbeschouwing, taal, drama, tekenen en handvaardigheid. Maar lees vooral ook voor zonder dat er een opdracht aan verbonden is, zodat de kinderen ervaren: lezen is leuk! De boekenwurmen in je groep hoef je niet meer te overtuigen, maar probeer deze dagen eens dat ene kind met weerzin tegen lezen mee te krijgen in de voorleesmomenten... Je kunt een boek kiezen en dit helemaal voorlezen. Maar nog leuker is het als de kinderen tijdens deze dagen met veel verschillende boeken in aanraking komen. Lees bijvoorbeeld elk dagdeel een stuk uit een ander boek voor, en kies daarvoor verschillende genres: een informatief boek, een gedichtenbundel, een boek met korte verhalen... En neem naast een kinderjuryboek ook eens een meer literair boek, en een boek uit een toegankelijke serie. Je kunt na het voorlezen vragen welk kind het boek verder zou willen lezen. Natuurlijk kies je voor het kind dat normaal gesproken eerder een ander soort boek zou lezen. Zo heb je in de 11 voorleesdagen al 22 kinderen in een boek aan het lezen dat zij uit zichzelf misschien niet uitgekozen zouden hebben.
Natuurlijk is het leuk om te starten met een voorleesontbijt, waarbij je met je klas of school samen ontbijt onder het genot van een verhaal, voorgelezen door een bijzondere gast. Te laat om prinses Laurentien uit te nodigen? Doe het dan nu vast voor volgend jaar en regel voor volgende week de bakker, de burgemeester, een opa, een wethouder, of verkleed je zelf als bijzondere gast. Veel plezier! "Het is de dag voor kerst. Ik sta in Leiden voor de deur van Bette Westera. Een echt Hollands huis aan het water. "Ga zitten, ik maak even nog iets af als je het goed vindt. Ik zit er zo in dat ik de tijd helemaal vergeten was." Ik kies voor de bank en zie Bette aan het werk achter haar bureau, verdiept in een groot beeldscherm. Even denk ik dat ik Bette Westera in een moment van inspiratie heb aangetroffen. Wie weet wat er op dit moment aan creatieve plots of spitsvondige dichtregels worden opgetekend. Ik kijk om me heen. De werkplek van Bette is vol en warm ingericht. Wat boeken, lp's, beeldjes en objecten uit verschillende culturen. Een gitaar aan de ene kant van de bank, een klein tv'tje aan de andere kant. Het borrelglaasje van gisterenavond staat er leeg naast. 'Zo, ik moest even een rekening afhandelen hoor.'. Het moment blijkt heel wat minder romantisch dan ik me inbeeld.... Ook schrijvers moeten hun administratie bijhouden natuurlijk. Bette komt van achter haar bureau en schuift een stoel bij de bank. Ik voel me wat beschroomd omdat ik haar stoor in haar werk, en dat op de dag voor kerst. In mijn achterhoofd zit het lijstje dat vandaag nog afgewerkt moet worden: Glitterlegging maat 128 en 3 pakken chocomelk kopen, alle witte tafelkleden wassen en strijken, de altpartij van het kerstrepertoire repeteren. Maar Bette verzekert mij dat zij het helemaal geen gek moment vindt. "Er moet ook vandaag gewoon gewerkt worden." Het is meteen duidelijk; Bette Westera is niet van het slag dat langs de grachten sjouwt en rondbanjert van kroeg tot kroeg totdat de inspiratie inslaat; Hier wordt gewerkt, een vak uitgeoefend. Ik ben benieuwd hoe zij ooit tot dit beroep is gekomen. Hield je als kind al van schrijven, van opstellen schrijven bijvoorbeeld? "Nee, als kind hield ik helemaal niet van opstellen schrijven. Dan kreeg je een onderwerp en daar moest je iets over zeggen... nee. Ik hield van lezen. Ik denk dat heel veel lezen eigenlijk nog een betere basis is dan schrijven. Als ik op basisscholen kom, vertellen kinderen mij vaak dat ze later schrijver willen worden. Dan zeg ik altijd: 'Begin maar eens met heel veel te lezen. Niet alleen maar wat je sowieso al leuk vindt om te lezen, maar pak ook eens wat anders. Als je iets niet leuk vindt, lees het dan toch uit en kijk waarom je het niet leuk vindt.' Ik begon dus pas vrij laat met schrijven. Ik vermoed... toen ik op de Pabo zat. Toch vond ik ook toen opstellen schrijven nog niet leuk. Achteraf begrijp ik wel waarom. Je moet in korte tijd een tekst af hebben, maar je kunt niet in korte tijd iets bedenken. Een idee moet groeien. Ik ben erg associatief en ik weet nooit waar het naar toe gaat. En dat moet bij een opstel nu juist wel; Het moet een kop en een staart hebben. Mijn interesse in schrijven kwam daardoor veel later dan mijn interesse in boeken en taal." Heb je na de Pabo ook voor de klas gestaan? "Een jaar. Ik wist al heel snel dat het wereldje van het onderwijs, met al die eigenwijze mensen, niets voor mij was. Ik wist: Daar ga ik echt niet gedijen. Ik had op die leeftijd ook nog helemaal geen natuurlijk overwicht. Ik moest het van trucjes hebben, en dat beviel me ook niet. Als ik nu voor een klas sta heb ik dat wel en dan vind ik het leuk. Maar dan ben ik aan het eind van de dag ook blij dat ik weer naar huis ga. Ik heb grote bewondering voor de mensen die dat wel dag in dag uit doen, want het is een moeilijk vak. Zeker nu. Je hebt niet alleen met eigenwijze kinderen te maken maar ook met eigenwijze ouders. Daarnaast heb je te maken met allerlei eisen die aan je gesteld worden. Ik ben verder gaan studeren en in de tweede lijn terecht gekomen. Ik heb veel lesmateriaal gemaakt en ben zo bezig geweest met schrijven en methodieken. Dat paste veel beter bij mij. Zo ben ik na een x aantal jaar in het zelf schrijven gerold." Wat trok jou toen wel aan in het schrijverschap? "Ik was een aantal jaar bezig geweest met een groot kinderbijbelproject. Ik had daar, tussen de kleine kinderen en andere werkzaamheden door, veel tijd aan besteed en ik dacht: Ik ben blij dat het klaar is. Maar na een aantal maanden miste ik het eigenlijk heel erg, dat ik 's avonds geen schrijfklus had die op me lag te wachten. Ik merkte dat ik uit het levensbeschouwelijke circuit wilde en bezig wilde gaan met het bedenken van eigen verhalen." Wat miste je dan precies? Bette moet even hard nadenken. "Toch het creatieve proces van met taal bezig zijn en iets creëren... Ik wist dat ik het uit mezelf niet ging doen, dus ik ben op zoek gegaan naar een uitgever. Ik heb het nodig dat ik een opdracht voor mezelf maak, en dat het tot iets leidt. Toen ben ik naar een uitgever gestapt. Ik liet werk zien dat ik al had geschreven, zodat de uitgever wist wat ik kon en wat mijn stijl was. Daarna belde uitgeverij Gottmer mij met een opdracht; Het schrijven van de tekst van een prentenboek." Wil je later schrijver worden? Begin met heel veel boeken lezen!! Je schrijft binnen een breed genre; van kinderbijbel tot gedichtenbundel en eerste-leesboekjes. Zijn dat niet compleet verschillende werelden? "Het grappige is, dat ik het niet compleet anders vind. Een goed prentenboek of kinderboek heeft dezelfde thema's als de bijbelverhalen in zich. Alleen niet specifiek gerelateerd aan geloof of religie. Het gaat in elk genre om het maken van goede verhalen. En goede verhalen zijn dragers van levensbeschouwelijke thema's." Als ik naar je boeken kijk, lijkt het alsof je leeft tussen de kinderen... Bette lacht: "Toch is dat al lang niet meer zo!" Maar hoe lukt het je om zo dicht bij de belevingswereld van kinderen te blijven? "Ja... dat zal wel in mij zitten... Op de een of andere manier kan ik goed door de ogen van een kind naar de wereld kijken. Sommige mensen zeggen 'Ik ben altijd kind gebleven.', maar dat gevoel deel ik niet zo. Soms zou ik wel iets meer kind willen zijn... De intensieve beleving van dingen, alle tijd hebben... Maar ik kan me wel goed in anderen verplaatsen en ik kan goed observeren... Als ik over een kind schrijf, zie ik dat kind ook echt." Komt je werk daardoor misschien zo natuurlijk over? Het leest niet, zoals soms in boeken het geval is, als een kunstje. Je schrijft alsof er niet diep over is nagedacht... maar is dat ook zo? "Nee, dat is ook niet zo. Ik kan wel heel goed nadenken over hoe ik het opschrijf. Maar het verhaal zelf, daar denk ik niet over na. Ik weet een uitgangspunt en een hoofdpersoon, en die leer ik kennen door die te beschrijven... Maar waar het verhaal precies heen gaat en welke wendingen het neemt, daar denk ik niet over na. Dat gebeurt gewoon. Ik zie dingen in dat verhaal gebeuren en dan denk ik: O ja, natuurlijk, zo gaat het... Ik heb dus niet vooraf over een plot nagedacht. In grote lijnen weet ik natuurlijk wel wat ik ga doen. Zo ben ik nu aan een nieuw project begonnen en dan denk ik: Die kant moet het opgaan. Maar het kan best zijn dat het halverwege een heel andere wending neemt. En dan is dat ook goed, meestal." Hoe ontstaat dan bijvoorbeeld een boek als 'Kietel nooit een krokodil.'? Wil je dan iets schrijven over een roversdochter of over een bepaald onderwerp? "Dat kan heel gek gaan. In dit geval had ik steeds de zin 'Kietel nooit een krokodil.' in mijn hoofd. Hoe ik er op kwam, geen flauw idee. Maar dan ga ik denken: Kietel nooit een krokodil... Waarom niet? Hoe niet? Ik wilde iets doen als vervolg op Held op sokken, dus het had ook over piraten of ridders kunnen gaan. Maar die roverhoofdman zei dat op de een of andere manier, maar zijn zonen doen dat dan toch. Want kinderen doen nou eenmaal vaak niet wat hun vader zegt. Maar bij het ontstaan van Alle Hens aan dek wilde ik bijvoorbeeld gewoon eens iets schrijven over piraten." Vind je het leuk om opdrachten te krijgen? Of is dat het idee van het opstel van vroeger... Bette lacht, "Inmiddels vind ik het wel leuk. Je krijgt van een educatieve uitgever een duidelijke opdracht, rond een bepaald onderwerp, en daar ga ik dan mee aan de slag. Het is een fijne afwisseling met het werk waarbij ik alles uit mezelf moet halen. Ik zou nooit het ene alleen maar willen doen." Mis je bij zulke opdrachten je vrijheid niet? "Ja, soms wel... Soms krijg ik commentaar en dan denk ik: Hallo zeg, dat snappen kinderen heus wel. Maar omdat het een opdracht is leg ik me er wel sneller bij neer. Soms piep ik een beetje en krijg ik mijn zin, en soms niet." Wat drijft jou in je werk? Is er daarin verschil tussen opdrachten en je vrije werk? Is je eigen werk bijvoorbeeld een manier om je te uiten? "Er is natuurlijk een groot verschil in vrijheid tussen een opdracht en eigen werk. Bij het werken aan opdrachten speelt natuurlijk wel mee dat er brood op de plank moet komen. Maar bij het schrijven van eigen werk is het niet mijn drijfveer om mijzelf te kunnen uiten. Ik laat wel veel van mijzelf zien in mijn werk, maar het uiten is bij mij niet een doel en drijft mij ook niet genoeg om aan de gang te gaan. Ik werk graag ergens naar toe; Het moet iets opleveren, nog los van dat ik er van moet kunnen leven." Wat moet het dan precies opleveren? Wil je bij de lezer iets teweeg brengen? "Het is wel mijn intentie om kinderen te raken, maar uiteindelijk is het genoeg dat mijn werk een boek oplevert. Als het boek er ligt kan ik het verder goed los laten: Het raakt mensen of het raakt ze niet. Als het mensen niet raakt, of het boek krijgt een minder goede recensie, dan raak ik er ook niet door van mijn stuk. Als het eenmaal in de boekwinkel ligt, is het ook niet meer exclusief iets van mij; Dan gaan allerlei mensen er iets van vinden. Natuurlijk vind ik het wel heel leuk om te zien dat een boek kinderen blij maakt." Als je het boek loslaat, hecht je dan wel waarde aan prijzen, zoals aan de Woutertje Pieterse Prijs en de Gouden Griffel die je dit jaar ontving voor 'Doodgewoon'? "Ja, zeker! Dat zijn twee belangrijke prijzen. Het is erkenning en op allerlei manieren belangrijk. Het is waardering, erkenning, levert publiciteit op, en zakelijk gezien is het ook niet oninteressant." Komen er ook vertalingen van 'Doodgewoon'? "Dat is met poëzie altijd moeilijk, maar er gaat wel een Duitse vertaling komen. Daar zijn goede vertalers voor nodig, die kunnen vertalen naar de geest. Dat probeer ik ook te doen in mijn vertalingen van poëzie. Je moet het origineel los kunnen laten maar ook weer dicht bij de geest van het werk blijven. Bij rijmende prentenboeken heb ik het dan niet over hoogstaande poëzie, maar moet het rijmen en ook vooral lekker voorlezen. Doodgewoon is meer poëzie, dus dat moet echt door een goede vertaler gedaan worden. Rolf Erdorf gaat dat doen en als iemand het kan dan is hij het." Kan je leven van het schrijverschap? "Ik wel, maar ik weet dat er ook goede schrijvers zijn die niet rond kunnen komen van het schrijven. Soms wordt er door auteurs ook wel zuur gesproken over de uitgeverijen die het onderste uit de kan willen halen. Ik zie dat anders; Ik hecht veel waarde aan wat mijn uitgevers voor mij doen. Ze steken hun nek uit, maken dure boeken met ingewikkelde concepten. Ik investeer mijn tijd, maar verder doet de uitgever alle voorinvesteringen. De uitgeefbranche is ook de enige branche waarin alle risico voor de uitgever is. Ik heb dan ook goede ervaringen met uitgevers. Maar om rond te kunnen komen doe ik er heel veel bij. Ik maak vertalingen, ik doe opdrachten voor educatieve uitgeverijen, ik doe schoolbezoeken. Als je echt kunt leven van het schrijven van je eigen kinderboeken, dan ben je echt een uitzondering. Het vak van schrijver houdt dus veel meer in dan schrijven alleen. Maar heel veel onderdelen vind ik ook heel erg leuk. In de Kinderboekenweek is het bijvoorbeeld heel druk met schoolbezoeken, maar dat is ook leuk en hoort er gewoon bij. Ik zou me dan niet terug willen trekken achter mijn bureautje... Het is ook het contact met de doelgroep. Schoolbezoeken zijn natuurlijk ook wel eens minder leuk maar dat heeft nooit met de kinderen en altijd met de leerkracht te maken. Als een leerkracht denkt: Ah mooi, een schrijver in de klas. Weet je, ik ga lekker achterin de klas de rekenschriftjes nakijken... Dan heeft dat onmiddellijk zijn weerslag op de kinderen. De kinderen zijn dan minder voorbereid maar missen ook de support van een enthousiaste leerkracht. Het kan soms ook heel inspirerend zijn, en ook heel vermoeiend want je geeft een show en je probeert in te spelen op de groep." Een goed verhaal is drager van levensbeschouwelijke thema's Er komt dus veel kijken bij het schrijverschap. Houd je nog wel genoeg tijd over om te schrijven? "Nou... dat is wel een punt. Al die mail die ik moet beantwoorden! Maar dat hoort er gewoon bij. Dat heb je bij een andere baan ook. Ik plan tegenwoordig wel 1 of 2 keer per jaar een schrijfweek. Dan ga ik een weekje in Zwitserland zitten en dan schrijf ik van 9 tot 2 en daarna ga ik lekker de bergen in. Dat is wel ideaal. Fijn voor af en toe. Zo zat ik eind november 2 weken in een huisje in het bos, samen met mijn man, muziek te maken bij gedichten. Dan heb je het gewone gedoe even niet, ben ik niet afgeleid, en na het schrijven ga ik het bos in. Die afwisseling van schrijven en bewegen is wel heel erg fijn. Hier ga ik om 2 uur de stad in om een boodschap te doen, maar dat is toch anders dan een berg beklimmen of een andere omgeving verkennen." Doe je dat ook om inspiratie op te doen? "Nee, dat is puur ter ontspanning. Inspiratie komt altijd wel. Die zit in mezelf, of hangt in de lucht...die kan ik altijd wel pakken. Ik kan soms wel een tijd bezig zijn met nadenken hoe ik iets aan ga pakken, maar dat doe ik tussen de bedrijven door. Ik ga niet achter mijn pc heel hard na zitten denken. Ik krijg bijvoorbeeld de vraag om een prentenboek over het thema rouwverwerking te maken. Ik kan dan een paar weken wakker liggen om na te denken vanuit welk perspectief ik ga schrijven (is de hond dood? of oma? of een kind?). Als dan eenmaal de keus is gemaakt: opa is dood en het gaat over de herinnering aan opa, dan ga ik zitten en schrijf ik het op. Dan komt het ambachtelijke aspect van de goede taal vinden voor het verhaal. Eigenlijk gaat het altijd zo bij iets nieuws." Zie je schrijven als een ambacht? "Ja, ik vind dat schrijven naast een creatieve kant ook een zeer ambachtelijke kant heeft. Ik heb eens een leuk gesprek gehad met een vrouw in Noorwegen die schilderde. Zij zei over een van haar schilderijen: 'Er hoort een verhaal bij dat meisje met die hoed. Ik weet al precies hoe het verhaal gaat en ik hoef het alleen nog maar op te schrijven. Zou je me willen helpen?' Maar 'alleen nog maar op te schrijven', dat is het nou juist; Hoe schrijf je het op? Al vertel je een gegeven verhaal, zoals een sprookje of een bijbelverhaal. Het begint met: Wat is jouw taal? Wat is je perspectief? Wat is je stijl? Dat is dus de ambachtelijke kant er van. De creativiteit kan niet bestaan zonder de techniek, het ambacht. Je kunt een idee hebben, maar als je het geen vorm kunt geven dan blijft het in de lucht hangen. Het toepassen van de techniek gaat bij mij inmiddels wel vanzelf. Maar perspectief kiezen moet ik ook nog doen." Heb je voorkeur voor perspectief, schrijf je bijvoorbeeld graag in de ik-vorm? "Eigenlijk niet. Toevallig heb ik pas iets gemaakt, en toen viel me ineens op 'He, ik ben in de ik-vorm aan het schrijven. Ik doe dat anders nooit. Meestal houd ik er niet zo van. Mensen zeggen vaak dat het de meest persoonlijke manier van schrijven is omdat je over de binnenwereld van een hoofdpersoon kan schrijven. Maar wat je mist is de observatie. Je kunt de hoofdpersoon niet van buiten beschrijven omdat je vanuit die persoon schrijft. Terwijl observatie, van hoe het kind zit bijvoorbeeld, heel veel zegt over het gevoel van het kind. En dat is vaak veel krachtiger want meestal ben je je gevoel ook niet aan het verwoorden. Je laat je gevoel zien in je houding. Daarom kies ik vaak voor de 3e persoon, en dan vaak voor een kind dat dan bijvoorbeeld ziet dat de moeder haar armen over elkaar slaat, waardoor het kind weet: O, nou is ze boos... In het Engels is het een uitdrukking: Show, don't tell. Dat leest ook fijner." Is goed kunnen observeren dan ook eigenlijk je grootste talent? "Tja...Vaak ben ik aan het uitproberen, alsof ik aan het schilderen ben. Dan zeg ik: 'Ga jij maar even naar boven, zei de moeder'. Dan kijk ik hoe het er uitziet als die moeder dat zegt, en dan denk ik: Nee, er klopt iets niet. 'Mama zei niks, ze liep naar de keuken en begon de aardappels te schillen.'. Dat is veel duidelijker dan dat ze iets zegt. Dan denk ik: Ja... ze begon de aardappels te schillen. Ja... of: Mama zei niks. Ze liep naar de keuken en zette met veel lawaai de pan op het vuur. Zo probeer ik uit, net zo lang tot ik denk: Ja, dit beeld klopt. Dat heeft inderdaad wel met observeren te maken. Dat is wel een talent denk ik, dat je kritisch kunt reflecteren op wat je beschrijft, of dat klopt. Ik heb wel eens discussies gehad over talent. Is talent iets dat in je karakter zit of is het iets wat je kunt leren? Bij schrijftalent hoort volgens mij ook heel veel geduld met jezelf en je eigen tekst. Wikken en wegen over een zin hoort daar bij. Ik ben heel perfectionistisch en sommige mensen vinden dat vervelend (van zichzelf of van mij), maar als ik dat niet zou zijn zou ik niet kunnen schrijven zoals ik schrijf. Het moet kloppen bij het beeld dat ik zie, een sfeer. Een idee kan al vaker beschreven zijn in een boek. Maar de kracht van de taal waarmee je het vorm geeft, de kracht van het beeld, bepaalt of het boek goed wordt." Ben je er ook bewust mee bezig wat je mee wilt geven? "Vroeger wilde ik vooral niet moralistisch zijn, maar je neemt natuurlijk altijd je eigen normen en waarden mee in je verhaal. Ik heb iets te vertellen, dus ik maak bepaalde keuzes, en die hebben te maken met mijn eigen normen-en-waarden-patroon. Wat ik wel probeer te voorkomen is dat ik een universele boodschap heb; Zo is het, en zo is het niet. Ik wil kinderen juist graag laten nadenken over het feit dat er allerlei morele keuzes mogelijk zijn. En dat zou je eigenlijk mijn boodschap kunnen noemen: Kijk met een zo breed mogelijke blik naar de wereld." Dat vond ik zo grappig aan je boek 'Kietel nooit een krokodil', waarbij je eigenlijk aan het nadenken gezet wordt over: Wat is eigenlijk braaf? "Ja, het is eigenlijk een filosofische boodschap. Je kunt wel denken: Rovers zijn slecht. Maar als jij als roversdochter doet wat je vader zegt, ben jij een gehoorzaam meisje. En is dat dan perse goed? Nee, dat is niet perse goed." Dus eigenlijk gaat het zelfs over goed en kwaad? "Tja... Het is wel een leuke constatering dat ik eigenlijk altijd met dit soort filosofische vragen speel. Tegelijkertijd moet het verhaal wel luchtig blijven. Voor kinderen die nog niet bezig zijn met dit soort vragen moet het gewoon een leuk verhaal zijn. Ik begin ook nooit te schrijven vanuit een filosofische vraag. Die blijkt vaak achteraf op de achtergrond aanwezig te zijn." Kijk met een zo breed mogelijke blik naar de wereld!"Bij Alle hens aan dek lopen fantasie en werkelijkheid voortdurend door elkaar. Dat doe ik graag. Ik houd erg van de vraag: Wanneer bestaat iets nou? Wat is echt en wat is niet echt. Als iets in fantasie kan gebeuren, is het dan daarmee niet echt? Of is fantasie ook echt? Kinderen gaan daar moeiteloos in mee op die leeftijd." In jouw verhalen gaat het er niet soft aan toe. De vader van de roversdochter gaat dood, en haar broer roept: Eindelijk!..."Ja, kinderen staan ook met beide benen in de wereld en zien van alles om zich heen. Je kunt de confrontatie voorkomen maar je kunt beter met ze meelopen bij de confrontatie met bijvoorbeeld gemene vaders, dan dat je doet alsof ze niet bestaan. Ik houd niet zo van de neiging om kinderen te veel te pamperen en te beschermen. Je kunt altijd maar onderaan de glijbaan staan om te voorkomen dat je kind valt, maar twee keer vallen en je kind weet hoe het werkt. Twintig keer opvangen en je kind weet het nog niet! Ik was pas bij een conferentie van de Janus Korzcak Stichting. Daar vertelde iemand over het verschil tussen risico en gevaar; Heel veel opvoeders denken dat alles gevaar is. Ik vond dat interessant: Natuurlijk moet je als opvoeder niet gevaarlijk handelen maar je mag kinderen best risico's laten lopen. Als je een kind dat niet kan zwemmen bij het water laat spelen bestaat het risico dat het kind in het water valt. Maar het is pas gevaarlijk als je als ouder er niet bij bent (om het kind uit het water te halen in het geval dat het er in valt) maar in het café gaat zitten. Als je er bij bent is het enige risico dat het kind nat wordt en dat je met hem naar huis moet om droge kleren aan te trekken. En het kind is een ervaring rijker. Precies. Ik denk dat ik in mijn boeken kinderen risico laat lopen zonder dat het gevaarlijk wordt." Heb je dromen of plannen? Ik ben aardig bezig met wat mijn droom had kunnen zijn; Ik maak mooie boeken, die goed geïllustreerd worden. Tja... Nou... ik zou het wel leuk vinden als er ooit nog iets verfilmd werd. Er zijn wel eens plannen geweest met Alle hens aan dek of De raadselridder, maar die plannen zijn toch weer afgeketst. Bij Doodgewoon is er wel een voorstelling, maar een film van bijvoorbeeld De raadselridder lijkt mij erg leuk. Het speelt in de middeleeuwen en in het nu... Maar scenarioschrijvers hebben soms andere dingen nodig dan wat er in een boek zit. Ik beschrijf veel de binnenwereld en observaties, dat is filmisch gezien blijkbaar lastig. Dat is een droom, dus ik doe er niet zelf iets mee. Het moet iemand zijn die iets in het boek ziet en er een scenario bij kan schrijven met respect voor het boek. Heb je nog toekomstplannen? Ik ben heel tevreden met hoe het nu gaat. Ik ben blij met de mooie ambachtelijke dingen die ik nu maak. Het enige dat ik voor de toekomst nog hoop is dat ik een betere manier vind om met de maildruk om te gaan. Een goed evenwicht zoeken tussen het inhoudelijke werk en de hele administratieve rompslomp die er ook bij hoort. Dat wordt voor het komende jaar wel een aandachtspunt. En iets vaker retraiteweken nemen waarin ik alleen maar schrijf. En verder wil ik gewoon veel mooie boeken blijven schrijven. Af en toe een prijs winnen. De lat hoeft ook niet altijd maar hoger, maar mag op dit niveau blijven en af en toe mag ik lekker laagdrempelig werk maken. Tenslotte wil ik je graag vragen op een paar kaartjes te reageren. Dat mag associatief, roep maar wat je er over wilt zeggen. Ok, leuk. Geniet Een heerlijk etentje met z'n tweeën, een goed gesprek en veel tijd. Kwetsbaar Het gevoel dat mensen me niet begrijpen of dat er niet naar me geluisterd wordt. Miscommunicatie maakt mij heel kwetsbaar; Als ik iets zeg en ik krijg niets terug of ik begrijp de reactie niet. Het tegengestelde van dat goede gesprek; Het gevoel dat er iets niet klopt maar ik kan er niet de vinger op leggen. Trots Trots dat was ik wel op de twee prijzen dit jaar. Wens Iets meer rust vinden in het schrijven, zonder afgeleid worden door allerlei praktische dingen die nog moeten of door bijvoorbeeld pijn in mijn schouders. Ik zou wel iets lekkerder in mijn lijf willen zitten. En dat heeft wel met de werkdruk te maken. Niet de schrijfdruk maar de druk van mailtjes en mensen die iets van me willen. Koester Ik koester, als ik aan het schrijven denk, dat ik zo kan genieten van heel lang nadenken over een paar regels. Ik kan net zo lang door gaan tot ik het goed vind. Dat heb ik ook buiten het schrijven; Het moet goed voelen en daar neem ik tijd voor. Met al mijn aandacht blijven bij wat ik belangrijk vind. Angst Van die aandacht afgeleid worden is toch wel mijn angst. De angst dat het evenwicht verstoord wordt tussen alles wat er op mij af komt en met veel compassie met mijn werk bezig zijn. Ik laat kinderen graag risico's lopen zonder dat ze gevaar lopen. Ik maak nog een foto van Bette voor haar kast met kinderboeken. Ik ben weer een stuk wijzer geworden. Ik heb ontdekt dat Bette Westera een wijze, bedachtzame vrouw is, die de gave heeft tevreden te zijn. Een creatief en zorgvuldig auteur, die de koestert waarin zij stoeit met taal om haar verhalen zo sterk mogelijk vorm te geven. Bedankt Bette, voor het interview en ik hoop dat je een prettige balans mag vinden, zodat wij nog heel lang van leuke, verrassende, scherpzinnige en mooie verhalen van jou mogen genieten.
Een leuke en informatieve uitzending van Klokhuis over Irma Boom, grafisch vormgever. Kijktip voor in je klas!
Ik ben heel erg in mijn nopjes, want voor de serie 'Boekmakers', mag ik, na mijn bezoek aan Annemarie van Haeringen, nu ook bij Bette Westera langs komen. Dit keer een kijkje in de keuken van een Auteur dus. En niet de eerste de beste, want Bette Westera heeft voor haar laatste Poëziebundel 'Doodgewoon' de Woutertje Pieterse Prijs en de Gouden Griffel ontvangen. Volgende week ga ik met haar in gesprek over haar vak. Binnenkort dus een blog over de ontmoeting met deze vakvrouw! Voor haar uitgever, Gottmer, deed zij mee aan een voorleesfilmpje. Zij leest voor uit haar grappige boek 'Held op sokken.' Leuk om in je klas te laten zien! Vooral geschikt voor groep 3-4-5. Vandaag heeft de CPNB de schrijver van het kinderboekenweekgeschenk van 2016 bekendgemaakt. De eer is aan Dolf Verroen. Onder het motto 'Voor altijd jong' besteedt de Kinderboekenweek in 2016 aandacht aan het thema opa en oma. Dolf Verroen, geliefd en gelauwerd kinderboekenschrijver, kan hier zijn hart aan ophalen! Het prentenboek dat speciaal voor de Kinderboekenweek wordt gemaakt, zal in 2016 van de hand van Floor Rieder zijn. Zij heeft al prachtig werk op haar naam staan dus dat belooft een mooi kunstwerkje te worden volgens jaar! |
Welkom
Welkom op het blog van Bureau op Stelten! Blog over jeugdliteratuur en leesbevordering in basisonderwijs en kinderopvang. Categorieën
Alles
Archief
November 2018
Beste Lezer! Geniet je ook zo van die prachtige illustraties en mooie auteursfoto's? Op de geplaatste afbeeldingen rust wel copyright. Deze mogen dan ook niet gekopieerd worden voor verspreiding of gebruik op social media.
|