En de winnaar is.... Sarah van Pruissen uit Zwolle! Vanmiddag vond in de Schouwburg in Amstelveen de landelijke finale van de Nationale Voorleeswedstrijd plaats. Alle provinciaal voorleeskampioenen gooiden vandaag alles in de strijd om de landelijke titel te veroveren. De winnaar mag zich een jaar lang **De Nationale Voorleeskampioen 2018** noemen. Ook is zij een jaar lang kinderdirecteur van het Kinderboekenmuseum! Geweldig Sarah, van harte gefeliciteerd!
0 Reacties
De Kinderboekenweek is in volle gang! In deze blog een paar activiteiten in de spotlights! Al gruwelijk aan het dansen met je klas? Deze tip is natuurlijk overbodig, maar te leuk om weg te laten. Op de website van Schooltv zijn korte filmpjes te vinden die je kunt gebruiken als 'tussendoortje' of als inleiding voor een les. Bekijk ze eens als inspiratie voor je eigen lesontwerpen! Heb je de Gouden Griffel en Gouden Penseel al aan je groep gepresenteerd? Deze weken zijn er in bibliotheken en boekwinkels allerlei activiteiten rond de kinderboekenweek te bezoeken. Twee tips voor jezelf of je leerlingen: Veel griezelplezier! En... vergeet vooral niet elke dag een paar keer lekker lang voor te lezen! Gordijnen dicht, digibord uit, griezelen maar!
Deze week werd de Woutertje Pieterse Prijs uitgereikt. Deze prijs, die jaarlijks wordt uitgereikt (tenzij er geen boek is verschenen dat de prijs verdient), wordt toegekend aan een kinderboek dat opvalt door originaliteit en kwaliteit. Dit in de lijn van Woutertje Pieterse; niet te braaf, en niet moraliserend. Het boek Stem op de okapi, van Martijn van der Linden en Edward van de Vendel, sprong er voor de jury uit door "het verhaal dat met heldere eenvoud een poëtisch idee uitwerkt, dat ook ontwapenend eerlijk vroeg om een stem." "(...) het verhaal met het mooiste staartje." Tijdens de prijsuitreiking werd stilgestaan bij het overlijden van Wim Brands, de juryvoorzitter, literatuurliefhebber en begaafd interviewer en programmamaker. Helaas geen zondagochtenden meer op de bank met een kop thee en Brands met zijn boeken.... zucht. Lesmateriaal! Kijk voor het juryrapport en voor lesmateriaal bij het boek op de website van de WPP. Deel jij het boek ook met je klas? Laat Bureau Op Stelten weten hoe je het boek vond! Vrijdag 11 maart werd, op een studiemiddag van IBBY, de Miep Diekmann thesis prijs 2016 uitgereikt. De winnaar is Mecu Ginting, met haar thesis Wild waters. An analysis of the Dynamics between People and Water in Dutch Children’s Literature from the Vantage Point of the Ecohumanities. Zij heeft dit onderzoek uitgevoerd als onderdeel van de Master jeugdliteratuur aan de Tilburg University. Twee eervolle vermeldingen gingen naar Jozefien de Leest en Maaike Vaes, voor respectievelijk Een ‘kindermenu’ in de literatuur. Wat wordt er over een literaire status gecommuniceerd naar het publiek anno 2013? (Master boekwetenschap en handschriftkunde Universiteit van Amsterdam) en Bedenk dat dit geweest is … De Tweede Wereldoorlog in recente jeugdliteratuur (Master jeugdliteratuur Tilburg University). Miep Diekman, naast Annie M.G. Schmidt misschien wel de belangrijkste icoon uit de Nederlandse jeugdliteratuur, is zelf aanwezig deze middag. Zij spreekt de zaal vol passie toe over het schrijverschap. Zij moedigt alle studenten die zich bezighouden met jeugdliteratuur aan, dicht bij zichzelf te blijven en vol te houden. Zij spreekt uit eigen ervaring als zij de aanwezigen in de zaal, vrienden van IBBY, op het hart drukt om te blijven roepen om aandacht voor jeugdliteratuur. Na afloop van de studiemiddag, waarin verschillende lopende en net afgeronde onderzoeksobjecten worden gepresenteerd, ontmoet ik Miep Diekman tijdens de borrel. Zij blijkt nou eens echt een 'krasse oudere dame'. Als ik haar vraag of zij de lezers van dit blog, opvoeders en leerkrachten van kinderen in het basisonderwijs, iets mee zou willen geven, denkt zij even na. Dan zegt ze: 'Tegenwoordig is het nooit goed bij ouders. Het ene kind wil niet lezen, en dan vragen de ouders: Wat moet ik doen. Nou, zeg ik dan, laat dat kind spelen. Kinderen willen bewegen! Andere ouders zeggen: Mijn kind stopt maar niet met lezen, het leest zelfs nog onder de douche. Wat moet ik doen? Dan zeg ik: Koop een paraplu! Kinderen zijn in beweging, kind zijn is beweging. Maar voorlezen is vanaf het begin belangrijk. Ik vertel de schrijfster dat een van mijn eerste jeugdherinnering aan boeken het boek Wiele wiele stap is. De schrijfster glimlacht en vertelt trots dat er nu al drie generaties genieten van deze boeken voor peuters. Ze vertelt dat dit boek zo goed aansluit bij die leeftijd omdat de versjes in beweging zijn en over beweging gaan. Dat is de wereld van een jong kind. Ik vraag haar of ze zich zo goed in kan leven in jonge kinderen. Nee, zegt ze. Het gaat er om goed te observeren. Dat is het. Ze vertelt hoe een uitgever het plan had om bij een herdruk op de omslag een illustratie van een kind met de duim in de mond te plaatsen. 'Nou, dat ging dus mooi niet door. Ik zei: Dat nooit. Dat past toch helemaal niet, beweging, daar gaat het om. Dan maar geen herdruk. Toen gingen ze overstag.' De schrijfster grinnikt. En ik grinnik mee. Zoals ik in een ver verleden glimlachte om haar levendige versjes, heb ik nu plezier in de pittige dame die een glaasje weg nipt in de foyer van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ontzettend leuk om Miep Diekman eens te ontmoeten en te spreken. Beweging, met dat motto kan ik wel een tijdje spelen in mijn hoofd... wil je kind niet lezen? het wil spelen; laat het lekker bewegen!
"Het is de dag voor kerst. Ik sta in Leiden voor de deur van Bette Westera. Een echt Hollands huis aan het water. "Ga zitten, ik maak even nog iets af als je het goed vindt. Ik zit er zo in dat ik de tijd helemaal vergeten was." Ik kies voor de bank en zie Bette aan het werk achter haar bureau, verdiept in een groot beeldscherm. Even denk ik dat ik Bette Westera in een moment van inspiratie heb aangetroffen. Wie weet wat er op dit moment aan creatieve plots of spitsvondige dichtregels worden opgetekend. Ik kijk om me heen. De werkplek van Bette is vol en warm ingericht. Wat boeken, lp's, beeldjes en objecten uit verschillende culturen. Een gitaar aan de ene kant van de bank, een klein tv'tje aan de andere kant. Het borrelglaasje van gisterenavond staat er leeg naast. 'Zo, ik moest even een rekening afhandelen hoor.'. Het moment blijkt heel wat minder romantisch dan ik me inbeeld.... Ook schrijvers moeten hun administratie bijhouden natuurlijk. Bette komt van achter haar bureau en schuift een stoel bij de bank. Ik voel me wat beschroomd omdat ik haar stoor in haar werk, en dat op de dag voor kerst. In mijn achterhoofd zit het lijstje dat vandaag nog afgewerkt moet worden: Glitterlegging maat 128 en 3 pakken chocomelk kopen, alle witte tafelkleden wassen en strijken, de altpartij van het kerstrepertoire repeteren. Maar Bette verzekert mij dat zij het helemaal geen gek moment vindt. "Er moet ook vandaag gewoon gewerkt worden." Het is meteen duidelijk; Bette Westera is niet van het slag dat langs de grachten sjouwt en rondbanjert van kroeg tot kroeg totdat de inspiratie inslaat; Hier wordt gewerkt, een vak uitgeoefend. Ik ben benieuwd hoe zij ooit tot dit beroep is gekomen. Hield je als kind al van schrijven, van opstellen schrijven bijvoorbeeld? "Nee, als kind hield ik helemaal niet van opstellen schrijven. Dan kreeg je een onderwerp en daar moest je iets over zeggen... nee. Ik hield van lezen. Ik denk dat heel veel lezen eigenlijk nog een betere basis is dan schrijven. Als ik op basisscholen kom, vertellen kinderen mij vaak dat ze later schrijver willen worden. Dan zeg ik altijd: 'Begin maar eens met heel veel te lezen. Niet alleen maar wat je sowieso al leuk vindt om te lezen, maar pak ook eens wat anders. Als je iets niet leuk vindt, lees het dan toch uit en kijk waarom je het niet leuk vindt.' Ik begon dus pas vrij laat met schrijven. Ik vermoed... toen ik op de Pabo zat. Toch vond ik ook toen opstellen schrijven nog niet leuk. Achteraf begrijp ik wel waarom. Je moet in korte tijd een tekst af hebben, maar je kunt niet in korte tijd iets bedenken. Een idee moet groeien. Ik ben erg associatief en ik weet nooit waar het naar toe gaat. En dat moet bij een opstel nu juist wel; Het moet een kop en een staart hebben. Mijn interesse in schrijven kwam daardoor veel later dan mijn interesse in boeken en taal." Heb je na de Pabo ook voor de klas gestaan? "Een jaar. Ik wist al heel snel dat het wereldje van het onderwijs, met al die eigenwijze mensen, niets voor mij was. Ik wist: Daar ga ik echt niet gedijen. Ik had op die leeftijd ook nog helemaal geen natuurlijk overwicht. Ik moest het van trucjes hebben, en dat beviel me ook niet. Als ik nu voor een klas sta heb ik dat wel en dan vind ik het leuk. Maar dan ben ik aan het eind van de dag ook blij dat ik weer naar huis ga. Ik heb grote bewondering voor de mensen die dat wel dag in dag uit doen, want het is een moeilijk vak. Zeker nu. Je hebt niet alleen met eigenwijze kinderen te maken maar ook met eigenwijze ouders. Daarnaast heb je te maken met allerlei eisen die aan je gesteld worden. Ik ben verder gaan studeren en in de tweede lijn terecht gekomen. Ik heb veel lesmateriaal gemaakt en ben zo bezig geweest met schrijven en methodieken. Dat paste veel beter bij mij. Zo ben ik na een x aantal jaar in het zelf schrijven gerold." Wat trok jou toen wel aan in het schrijverschap? "Ik was een aantal jaar bezig geweest met een groot kinderbijbelproject. Ik had daar, tussen de kleine kinderen en andere werkzaamheden door, veel tijd aan besteed en ik dacht: Ik ben blij dat het klaar is. Maar na een aantal maanden miste ik het eigenlijk heel erg, dat ik 's avonds geen schrijfklus had die op me lag te wachten. Ik merkte dat ik uit het levensbeschouwelijke circuit wilde en bezig wilde gaan met het bedenken van eigen verhalen." Wat miste je dan precies? Bette moet even hard nadenken. "Toch het creatieve proces van met taal bezig zijn en iets creëren... Ik wist dat ik het uit mezelf niet ging doen, dus ik ben op zoek gegaan naar een uitgever. Ik heb het nodig dat ik een opdracht voor mezelf maak, en dat het tot iets leidt. Toen ben ik naar een uitgever gestapt. Ik liet werk zien dat ik al had geschreven, zodat de uitgever wist wat ik kon en wat mijn stijl was. Daarna belde uitgeverij Gottmer mij met een opdracht; Het schrijven van de tekst van een prentenboek." Wil je later schrijver worden? Begin met heel veel boeken lezen!! Je schrijft binnen een breed genre; van kinderbijbel tot gedichtenbundel en eerste-leesboekjes. Zijn dat niet compleet verschillende werelden? "Het grappige is, dat ik het niet compleet anders vind. Een goed prentenboek of kinderboek heeft dezelfde thema's als de bijbelverhalen in zich. Alleen niet specifiek gerelateerd aan geloof of religie. Het gaat in elk genre om het maken van goede verhalen. En goede verhalen zijn dragers van levensbeschouwelijke thema's." Als ik naar je boeken kijk, lijkt het alsof je leeft tussen de kinderen... Bette lacht: "Toch is dat al lang niet meer zo!" Maar hoe lukt het je om zo dicht bij de belevingswereld van kinderen te blijven? "Ja... dat zal wel in mij zitten... Op de een of andere manier kan ik goed door de ogen van een kind naar de wereld kijken. Sommige mensen zeggen 'Ik ben altijd kind gebleven.', maar dat gevoel deel ik niet zo. Soms zou ik wel iets meer kind willen zijn... De intensieve beleving van dingen, alle tijd hebben... Maar ik kan me wel goed in anderen verplaatsen en ik kan goed observeren... Als ik over een kind schrijf, zie ik dat kind ook echt." Komt je werk daardoor misschien zo natuurlijk over? Het leest niet, zoals soms in boeken het geval is, als een kunstje. Je schrijft alsof er niet diep over is nagedacht... maar is dat ook zo? "Nee, dat is ook niet zo. Ik kan wel heel goed nadenken over hoe ik het opschrijf. Maar het verhaal zelf, daar denk ik niet over na. Ik weet een uitgangspunt en een hoofdpersoon, en die leer ik kennen door die te beschrijven... Maar waar het verhaal precies heen gaat en welke wendingen het neemt, daar denk ik niet over na. Dat gebeurt gewoon. Ik zie dingen in dat verhaal gebeuren en dan denk ik: O ja, natuurlijk, zo gaat het... Ik heb dus niet vooraf over een plot nagedacht. In grote lijnen weet ik natuurlijk wel wat ik ga doen. Zo ben ik nu aan een nieuw project begonnen en dan denk ik: Die kant moet het opgaan. Maar het kan best zijn dat het halverwege een heel andere wending neemt. En dan is dat ook goed, meestal." Hoe ontstaat dan bijvoorbeeld een boek als 'Kietel nooit een krokodil.'? Wil je dan iets schrijven over een roversdochter of over een bepaald onderwerp? "Dat kan heel gek gaan. In dit geval had ik steeds de zin 'Kietel nooit een krokodil.' in mijn hoofd. Hoe ik er op kwam, geen flauw idee. Maar dan ga ik denken: Kietel nooit een krokodil... Waarom niet? Hoe niet? Ik wilde iets doen als vervolg op Held op sokken, dus het had ook over piraten of ridders kunnen gaan. Maar die roverhoofdman zei dat op de een of andere manier, maar zijn zonen doen dat dan toch. Want kinderen doen nou eenmaal vaak niet wat hun vader zegt. Maar bij het ontstaan van Alle Hens aan dek wilde ik bijvoorbeeld gewoon eens iets schrijven over piraten." Vind je het leuk om opdrachten te krijgen? Of is dat het idee van het opstel van vroeger... Bette lacht, "Inmiddels vind ik het wel leuk. Je krijgt van een educatieve uitgever een duidelijke opdracht, rond een bepaald onderwerp, en daar ga ik dan mee aan de slag. Het is een fijne afwisseling met het werk waarbij ik alles uit mezelf moet halen. Ik zou nooit het ene alleen maar willen doen." Mis je bij zulke opdrachten je vrijheid niet? "Ja, soms wel... Soms krijg ik commentaar en dan denk ik: Hallo zeg, dat snappen kinderen heus wel. Maar omdat het een opdracht is leg ik me er wel sneller bij neer. Soms piep ik een beetje en krijg ik mijn zin, en soms niet." Wat drijft jou in je werk? Is er daarin verschil tussen opdrachten en je vrije werk? Is je eigen werk bijvoorbeeld een manier om je te uiten? "Er is natuurlijk een groot verschil in vrijheid tussen een opdracht en eigen werk. Bij het werken aan opdrachten speelt natuurlijk wel mee dat er brood op de plank moet komen. Maar bij het schrijven van eigen werk is het niet mijn drijfveer om mijzelf te kunnen uiten. Ik laat wel veel van mijzelf zien in mijn werk, maar het uiten is bij mij niet een doel en drijft mij ook niet genoeg om aan de gang te gaan. Ik werk graag ergens naar toe; Het moet iets opleveren, nog los van dat ik er van moet kunnen leven." Wat moet het dan precies opleveren? Wil je bij de lezer iets teweeg brengen? "Het is wel mijn intentie om kinderen te raken, maar uiteindelijk is het genoeg dat mijn werk een boek oplevert. Als het boek er ligt kan ik het verder goed los laten: Het raakt mensen of het raakt ze niet. Als het mensen niet raakt, of het boek krijgt een minder goede recensie, dan raak ik er ook niet door van mijn stuk. Als het eenmaal in de boekwinkel ligt, is het ook niet meer exclusief iets van mij; Dan gaan allerlei mensen er iets van vinden. Natuurlijk vind ik het wel heel leuk om te zien dat een boek kinderen blij maakt." Als je het boek loslaat, hecht je dan wel waarde aan prijzen, zoals aan de Woutertje Pieterse Prijs en de Gouden Griffel die je dit jaar ontving voor 'Doodgewoon'? "Ja, zeker! Dat zijn twee belangrijke prijzen. Het is erkenning en op allerlei manieren belangrijk. Het is waardering, erkenning, levert publiciteit op, en zakelijk gezien is het ook niet oninteressant." Komen er ook vertalingen van 'Doodgewoon'? "Dat is met poëzie altijd moeilijk, maar er gaat wel een Duitse vertaling komen. Daar zijn goede vertalers voor nodig, die kunnen vertalen naar de geest. Dat probeer ik ook te doen in mijn vertalingen van poëzie. Je moet het origineel los kunnen laten maar ook weer dicht bij de geest van het werk blijven. Bij rijmende prentenboeken heb ik het dan niet over hoogstaande poëzie, maar moet het rijmen en ook vooral lekker voorlezen. Doodgewoon is meer poëzie, dus dat moet echt door een goede vertaler gedaan worden. Rolf Erdorf gaat dat doen en als iemand het kan dan is hij het." Kan je leven van het schrijverschap? "Ik wel, maar ik weet dat er ook goede schrijvers zijn die niet rond kunnen komen van het schrijven. Soms wordt er door auteurs ook wel zuur gesproken over de uitgeverijen die het onderste uit de kan willen halen. Ik zie dat anders; Ik hecht veel waarde aan wat mijn uitgevers voor mij doen. Ze steken hun nek uit, maken dure boeken met ingewikkelde concepten. Ik investeer mijn tijd, maar verder doet de uitgever alle voorinvesteringen. De uitgeefbranche is ook de enige branche waarin alle risico voor de uitgever is. Ik heb dan ook goede ervaringen met uitgevers. Maar om rond te kunnen komen doe ik er heel veel bij. Ik maak vertalingen, ik doe opdrachten voor educatieve uitgeverijen, ik doe schoolbezoeken. Als je echt kunt leven van het schrijven van je eigen kinderboeken, dan ben je echt een uitzondering. Het vak van schrijver houdt dus veel meer in dan schrijven alleen. Maar heel veel onderdelen vind ik ook heel erg leuk. In de Kinderboekenweek is het bijvoorbeeld heel druk met schoolbezoeken, maar dat is ook leuk en hoort er gewoon bij. Ik zou me dan niet terug willen trekken achter mijn bureautje... Het is ook het contact met de doelgroep. Schoolbezoeken zijn natuurlijk ook wel eens minder leuk maar dat heeft nooit met de kinderen en altijd met de leerkracht te maken. Als een leerkracht denkt: Ah mooi, een schrijver in de klas. Weet je, ik ga lekker achterin de klas de rekenschriftjes nakijken... Dan heeft dat onmiddellijk zijn weerslag op de kinderen. De kinderen zijn dan minder voorbereid maar missen ook de support van een enthousiaste leerkracht. Het kan soms ook heel inspirerend zijn, en ook heel vermoeiend want je geeft een show en je probeert in te spelen op de groep." Een goed verhaal is drager van levensbeschouwelijke thema's Er komt dus veel kijken bij het schrijverschap. Houd je nog wel genoeg tijd over om te schrijven? "Nou... dat is wel een punt. Al die mail die ik moet beantwoorden! Maar dat hoort er gewoon bij. Dat heb je bij een andere baan ook. Ik plan tegenwoordig wel 1 of 2 keer per jaar een schrijfweek. Dan ga ik een weekje in Zwitserland zitten en dan schrijf ik van 9 tot 2 en daarna ga ik lekker de bergen in. Dat is wel ideaal. Fijn voor af en toe. Zo zat ik eind november 2 weken in een huisje in het bos, samen met mijn man, muziek te maken bij gedichten. Dan heb je het gewone gedoe even niet, ben ik niet afgeleid, en na het schrijven ga ik het bos in. Die afwisseling van schrijven en bewegen is wel heel erg fijn. Hier ga ik om 2 uur de stad in om een boodschap te doen, maar dat is toch anders dan een berg beklimmen of een andere omgeving verkennen." Doe je dat ook om inspiratie op te doen? "Nee, dat is puur ter ontspanning. Inspiratie komt altijd wel. Die zit in mezelf, of hangt in de lucht...die kan ik altijd wel pakken. Ik kan soms wel een tijd bezig zijn met nadenken hoe ik iets aan ga pakken, maar dat doe ik tussen de bedrijven door. Ik ga niet achter mijn pc heel hard na zitten denken. Ik krijg bijvoorbeeld de vraag om een prentenboek over het thema rouwverwerking te maken. Ik kan dan een paar weken wakker liggen om na te denken vanuit welk perspectief ik ga schrijven (is de hond dood? of oma? of een kind?). Als dan eenmaal de keus is gemaakt: opa is dood en het gaat over de herinnering aan opa, dan ga ik zitten en schrijf ik het op. Dan komt het ambachtelijke aspect van de goede taal vinden voor het verhaal. Eigenlijk gaat het altijd zo bij iets nieuws." Zie je schrijven als een ambacht? "Ja, ik vind dat schrijven naast een creatieve kant ook een zeer ambachtelijke kant heeft. Ik heb eens een leuk gesprek gehad met een vrouw in Noorwegen die schilderde. Zij zei over een van haar schilderijen: 'Er hoort een verhaal bij dat meisje met die hoed. Ik weet al precies hoe het verhaal gaat en ik hoef het alleen nog maar op te schrijven. Zou je me willen helpen?' Maar 'alleen nog maar op te schrijven', dat is het nou juist; Hoe schrijf je het op? Al vertel je een gegeven verhaal, zoals een sprookje of een bijbelverhaal. Het begint met: Wat is jouw taal? Wat is je perspectief? Wat is je stijl? Dat is dus de ambachtelijke kant er van. De creativiteit kan niet bestaan zonder de techniek, het ambacht. Je kunt een idee hebben, maar als je het geen vorm kunt geven dan blijft het in de lucht hangen. Het toepassen van de techniek gaat bij mij inmiddels wel vanzelf. Maar perspectief kiezen moet ik ook nog doen." Heb je voorkeur voor perspectief, schrijf je bijvoorbeeld graag in de ik-vorm? "Eigenlijk niet. Toevallig heb ik pas iets gemaakt, en toen viel me ineens op 'He, ik ben in de ik-vorm aan het schrijven. Ik doe dat anders nooit. Meestal houd ik er niet zo van. Mensen zeggen vaak dat het de meest persoonlijke manier van schrijven is omdat je over de binnenwereld van een hoofdpersoon kan schrijven. Maar wat je mist is de observatie. Je kunt de hoofdpersoon niet van buiten beschrijven omdat je vanuit die persoon schrijft. Terwijl observatie, van hoe het kind zit bijvoorbeeld, heel veel zegt over het gevoel van het kind. En dat is vaak veel krachtiger want meestal ben je je gevoel ook niet aan het verwoorden. Je laat je gevoel zien in je houding. Daarom kies ik vaak voor de 3e persoon, en dan vaak voor een kind dat dan bijvoorbeeld ziet dat de moeder haar armen over elkaar slaat, waardoor het kind weet: O, nou is ze boos... In het Engels is het een uitdrukking: Show, don't tell. Dat leest ook fijner." Is goed kunnen observeren dan ook eigenlijk je grootste talent? "Tja...Vaak ben ik aan het uitproberen, alsof ik aan het schilderen ben. Dan zeg ik: 'Ga jij maar even naar boven, zei de moeder'. Dan kijk ik hoe het er uitziet als die moeder dat zegt, en dan denk ik: Nee, er klopt iets niet. 'Mama zei niks, ze liep naar de keuken en begon de aardappels te schillen.'. Dat is veel duidelijker dan dat ze iets zegt. Dan denk ik: Ja... ze begon de aardappels te schillen. Ja... of: Mama zei niks. Ze liep naar de keuken en zette met veel lawaai de pan op het vuur. Zo probeer ik uit, net zo lang tot ik denk: Ja, dit beeld klopt. Dat heeft inderdaad wel met observeren te maken. Dat is wel een talent denk ik, dat je kritisch kunt reflecteren op wat je beschrijft, of dat klopt. Ik heb wel eens discussies gehad over talent. Is talent iets dat in je karakter zit of is het iets wat je kunt leren? Bij schrijftalent hoort volgens mij ook heel veel geduld met jezelf en je eigen tekst. Wikken en wegen over een zin hoort daar bij. Ik ben heel perfectionistisch en sommige mensen vinden dat vervelend (van zichzelf of van mij), maar als ik dat niet zou zijn zou ik niet kunnen schrijven zoals ik schrijf. Het moet kloppen bij het beeld dat ik zie, een sfeer. Een idee kan al vaker beschreven zijn in een boek. Maar de kracht van de taal waarmee je het vorm geeft, de kracht van het beeld, bepaalt of het boek goed wordt." Ben je er ook bewust mee bezig wat je mee wilt geven? "Vroeger wilde ik vooral niet moralistisch zijn, maar je neemt natuurlijk altijd je eigen normen en waarden mee in je verhaal. Ik heb iets te vertellen, dus ik maak bepaalde keuzes, en die hebben te maken met mijn eigen normen-en-waarden-patroon. Wat ik wel probeer te voorkomen is dat ik een universele boodschap heb; Zo is het, en zo is het niet. Ik wil kinderen juist graag laten nadenken over het feit dat er allerlei morele keuzes mogelijk zijn. En dat zou je eigenlijk mijn boodschap kunnen noemen: Kijk met een zo breed mogelijke blik naar de wereld." Dat vond ik zo grappig aan je boek 'Kietel nooit een krokodil', waarbij je eigenlijk aan het nadenken gezet wordt over: Wat is eigenlijk braaf? "Ja, het is eigenlijk een filosofische boodschap. Je kunt wel denken: Rovers zijn slecht. Maar als jij als roversdochter doet wat je vader zegt, ben jij een gehoorzaam meisje. En is dat dan perse goed? Nee, dat is niet perse goed." Dus eigenlijk gaat het zelfs over goed en kwaad? "Tja... Het is wel een leuke constatering dat ik eigenlijk altijd met dit soort filosofische vragen speel. Tegelijkertijd moet het verhaal wel luchtig blijven. Voor kinderen die nog niet bezig zijn met dit soort vragen moet het gewoon een leuk verhaal zijn. Ik begin ook nooit te schrijven vanuit een filosofische vraag. Die blijkt vaak achteraf op de achtergrond aanwezig te zijn." Kijk met een zo breed mogelijke blik naar de wereld!"Bij Alle hens aan dek lopen fantasie en werkelijkheid voortdurend door elkaar. Dat doe ik graag. Ik houd erg van de vraag: Wanneer bestaat iets nou? Wat is echt en wat is niet echt. Als iets in fantasie kan gebeuren, is het dan daarmee niet echt? Of is fantasie ook echt? Kinderen gaan daar moeiteloos in mee op die leeftijd." In jouw verhalen gaat het er niet soft aan toe. De vader van de roversdochter gaat dood, en haar broer roept: Eindelijk!..."Ja, kinderen staan ook met beide benen in de wereld en zien van alles om zich heen. Je kunt de confrontatie voorkomen maar je kunt beter met ze meelopen bij de confrontatie met bijvoorbeeld gemene vaders, dan dat je doet alsof ze niet bestaan. Ik houd niet zo van de neiging om kinderen te veel te pamperen en te beschermen. Je kunt altijd maar onderaan de glijbaan staan om te voorkomen dat je kind valt, maar twee keer vallen en je kind weet hoe het werkt. Twintig keer opvangen en je kind weet het nog niet! Ik was pas bij een conferentie van de Janus Korzcak Stichting. Daar vertelde iemand over het verschil tussen risico en gevaar; Heel veel opvoeders denken dat alles gevaar is. Ik vond dat interessant: Natuurlijk moet je als opvoeder niet gevaarlijk handelen maar je mag kinderen best risico's laten lopen. Als je een kind dat niet kan zwemmen bij het water laat spelen bestaat het risico dat het kind in het water valt. Maar het is pas gevaarlijk als je als ouder er niet bij bent (om het kind uit het water te halen in het geval dat het er in valt) maar in het café gaat zitten. Als je er bij bent is het enige risico dat het kind nat wordt en dat je met hem naar huis moet om droge kleren aan te trekken. En het kind is een ervaring rijker. Precies. Ik denk dat ik in mijn boeken kinderen risico laat lopen zonder dat het gevaarlijk wordt." Heb je dromen of plannen? Ik ben aardig bezig met wat mijn droom had kunnen zijn; Ik maak mooie boeken, die goed geïllustreerd worden. Tja... Nou... ik zou het wel leuk vinden als er ooit nog iets verfilmd werd. Er zijn wel eens plannen geweest met Alle hens aan dek of De raadselridder, maar die plannen zijn toch weer afgeketst. Bij Doodgewoon is er wel een voorstelling, maar een film van bijvoorbeeld De raadselridder lijkt mij erg leuk. Het speelt in de middeleeuwen en in het nu... Maar scenarioschrijvers hebben soms andere dingen nodig dan wat er in een boek zit. Ik beschrijf veel de binnenwereld en observaties, dat is filmisch gezien blijkbaar lastig. Dat is een droom, dus ik doe er niet zelf iets mee. Het moet iemand zijn die iets in het boek ziet en er een scenario bij kan schrijven met respect voor het boek. Heb je nog toekomstplannen? Ik ben heel tevreden met hoe het nu gaat. Ik ben blij met de mooie ambachtelijke dingen die ik nu maak. Het enige dat ik voor de toekomst nog hoop is dat ik een betere manier vind om met de maildruk om te gaan. Een goed evenwicht zoeken tussen het inhoudelijke werk en de hele administratieve rompslomp die er ook bij hoort. Dat wordt voor het komende jaar wel een aandachtspunt. En iets vaker retraiteweken nemen waarin ik alleen maar schrijf. En verder wil ik gewoon veel mooie boeken blijven schrijven. Af en toe een prijs winnen. De lat hoeft ook niet altijd maar hoger, maar mag op dit niveau blijven en af en toe mag ik lekker laagdrempelig werk maken. Tenslotte wil ik je graag vragen op een paar kaartjes te reageren. Dat mag associatief, roep maar wat je er over wilt zeggen. Ok, leuk. Geniet Een heerlijk etentje met z'n tweeën, een goed gesprek en veel tijd. Kwetsbaar Het gevoel dat mensen me niet begrijpen of dat er niet naar me geluisterd wordt. Miscommunicatie maakt mij heel kwetsbaar; Als ik iets zeg en ik krijg niets terug of ik begrijp de reactie niet. Het tegengestelde van dat goede gesprek; Het gevoel dat er iets niet klopt maar ik kan er niet de vinger op leggen. Trots Trots dat was ik wel op de twee prijzen dit jaar. Wens Iets meer rust vinden in het schrijven, zonder afgeleid worden door allerlei praktische dingen die nog moeten of door bijvoorbeeld pijn in mijn schouders. Ik zou wel iets lekkerder in mijn lijf willen zitten. En dat heeft wel met de werkdruk te maken. Niet de schrijfdruk maar de druk van mailtjes en mensen die iets van me willen. Koester Ik koester, als ik aan het schrijven denk, dat ik zo kan genieten van heel lang nadenken over een paar regels. Ik kan net zo lang door gaan tot ik het goed vind. Dat heb ik ook buiten het schrijven; Het moet goed voelen en daar neem ik tijd voor. Met al mijn aandacht blijven bij wat ik belangrijk vind. Angst Van die aandacht afgeleid worden is toch wel mijn angst. De angst dat het evenwicht verstoord wordt tussen alles wat er op mij af komt en met veel compassie met mijn werk bezig zijn. Ik laat kinderen graag risico's lopen zonder dat ze gevaar lopen. Ik maak nog een foto van Bette voor haar kast met kinderboeken. Ik ben weer een stuk wijzer geworden. Ik heb ontdekt dat Bette Westera een wijze, bedachtzame vrouw is, die de gave heeft tevreden te zijn. Een creatief en zorgvuldig auteur, die de koestert waarin zij stoeit met taal om haar verhalen zo sterk mogelijk vorm te geven. Bedankt Bette, voor het interview en ik hoop dat je een prettige balans mag vinden, zodat wij nog heel lang van leuke, verrassende, scherpzinnige en mooie verhalen van jou mogen genieten.
Vorige week zijn de Fiep Westendorp Stimuleringsprijzen uitgereikt. De Fiep Westendorp Foudation reikt deze prijs om het jaar uit aan jonge, veelbelovende, illustratoren. Dit doet de stichting in naam van Fiep Westendorp, een Nederlands icoon op het gebied van illustratie. Zoals Fiep Westendorp in haar leven keuzes heeft gemaakt om te kunnen tekenen, was haar wens nieuw talent te stimuleren ook de keuze voor het vak van illustrator te maken. De geldsom die aan de prijs verbonden is, stelt de winnaars in staat zich aan een project te wijden. De winnaars zijn dit jaar Enzo Pérès-Labourdette, Stella de Kort en Jesse Strikwerda. Zij kregen de prijs uitgereikt door Hedy d'Ancona, voorzitter van de Fiep Westendorp Foundation. De jury bestond uit illustrator en schrijver Ted van Lieshout, grafisch ontwerper Max Kisman en kunsthistoricus Gioia Smid, directeur van de Fiep Westendorp Foundation.
De drie winnaars van 2013 waren Dirk Comello, Steef Wildenbeest en Ludwig Volbeda. Zij presenteerden het project waaraan zij het prijzengeld hebben besteed. Hieronder een illustratie van de jongste talenten. Kijk, klik door en oordeel zelf! Gisterenavond, op het Kinderboekenbal 2015, werd de Gouden Griffel uitgereikt aan Bette Westera voor 'Doodgewoon'. (Illustrator Sylvia Weve). Daarmee ging het goud voor het eerst sinds 20 jaar weer naar een poëziebundel!
Eind september ontving Alice Hoogstad het Gouden Penseel voor haar 'Monsterboek'. Het Gulden Palet, de bekroning voor het beste werk van een buitenlandse illustrator, ging naar Marc Boutavant voor 'Is er dan niemand boos?'. (Auteur Toon Tellegen) Ook dit jaar zijn de originele tekeningen van de boeken bekroond met Penselen, Paletten en Vlag en Wimpels te bewonderen in het Rijksmuseum. Vanmiddag zijn de zilveren griffels en penselen, paletten, vlaggen en wimpels uitgereikt... De Nederlandse winnaars van de Zilveren Griffel en Penseel zijn daarmee ook gelijk kanshebber op de gouden griffel en penseel in oktober dit jaar. De winnaars zijn: Zilveren Griffels
Zilveren Penselen Zilveren paletten
Vlag en wimpels - griffel
Vlag en wimpels - penseel
Maar.... Wat is jouw winnaar van 2014?
Winnaars van de Prijs van de Nederlandse Kinderjury:
Pluim van de Senaat ging naar:
Op de Kinderboekenparade in het Kinderboekenmuseum werden de prijswinnaars bekendgemaakt. Voor het zo ver was liep de spanning in de zaal op... sommige genomineerden maakten nog snel even gebruik van het toilet... Welke van deze boeken heb jij al (voor)gelezen? Wat vinden de kinderen in jouw klas van deze series en boeken? Deel het!
Mijn kinderen voelden zich voor deze voorstelling veeeels te groot natuurlijk, maar zelf werd ik helemaal vrolijk van de show. Vivian den Hollander deed het dan weer helemaal goed voor 'de groten' vanaf 5 jaar, in een vertelvoorstelling waarin Bas (uit 'De Effies'-serie) en Pip (uit de 'Pip'-serie) een grote rol speelden. Gisteren was het dan zover... de Kinderboekenparade in het Kinderboekenmuseum in Den Haag! De winnaars van de Kinderjury 2015 werden bekendgemaakt, en daarnaast was er van alles te beleven in en om het museum! Het museum ligt naast het station, dus makkelijker kan niet! Het was even zoeken naar leuke activiteiten, want er was zo veel aanbod dat je op moest letten dat je niet net je favoriete onderdeel misliep. Zo belandden we in een bruisende muzikale voorstelling van Mariska Simon; theatermaker, zangeres en liedjesschrijver. Het publiek zong en sprong vrolijk mee met de liedjes over oude bekenden zoals Dikkie Dik en Pim en Pom. Naast de vele voorstellingen waren er ook leuke gevarieerde workshops waar je aan deel kon nemen. Zo was er bijvoorbeeld een workshop over illustreren door Floor Rieder, een droomvlucht met De Verhalendame, en een rapworkshop van het Haags HipHop Centrum. Ook in de installatie 'De Verhalenfabriek' konden kinderen aan de slag met woorden en beelden. Door een bijzondere combinatie van transparante materialen, draaiende plateaus en projectie kunnen kinderen zelf verhalen componeren. Deze installatie van Sjoerd ter Borg en studio Knol werd op de Kinderboekenparade geopend. Een hit! Hoogtepunt van het festival was de bekendmaking van de winnaars van de Prijs van de Nederlandse Kinderjury. Lees daarvoor mijn volgende blog! Ik ben er volgend jaar weer bij. Een feestje voor de boekenliefhebber en een leuk uitje voor ouders met kinderen. Maar ook als leerkracht is het een leuk festival om eens een kijkje te nemen. Bijkomend voordeel: Het festival is gratis, toegang tot het museum ook en deelname aan een korte enquete levert gratis toegangskaartjes en free coffee op! |
Welkom
Welkom op het blog van Bureau op Stelten! Blog over jeugdliteratuur en leesbevordering in basisonderwijs en kinderopvang. Categorieën
Alles
Archief
November 2018
Beste Lezer! Geniet je ook zo van die prachtige illustraties en mooie auteursfoto's? Op de geplaatste afbeeldingen rust wel copyright. Deze mogen dan ook niet gekopieerd worden voor verspreiding of gebruik op social media.
|