Dit jaar verscheen er een pláátje van een prentenboek... Kijk, konijnen. Het eerste prentenboek van illustrator Daphne Louter. En wat een prachtig debuut. Het boek borduurt verder op de tekeningen waarmee Louter in 2014 de illustratiewedstrijd van Lemniscaat won. In het prentenboek zonder woorden kijk je mee met twee konijnen, een broertje en zusje, en hun huiskip. Het boek neemt je mee door de dag van de konijntjes, maar tegelijk trekken ook 4 seizoenen aan je voorbij. Bij elke bladzijde die je omslaat is het of je een schatkamer binnenstapt... Er is zo veel te zien, te beleven.... Als je goed kunt kijken vallen er allerlei grapjes en verhalen te ontdekken. Terug te vinden voorwerpen verbinden de ene plaat met de andere, waardoor een verhaal ontstaat. Maar door goed je ogen te gebruiken vind je nog veel meer verhalen terug. In een prachtige serene stijl, die door de kleine grapjes niet saai wordt, tekent Daphne Louter een herkenbaar leventje. Heel gewone voorwerpen en gebeurtenissen in combinatie met absurdistische grapjes zorgen met elkaar voor een verhaal waarbij je vanzelf begint te glimlachen. Louter tekent in een stijl die Engels aan doet met haar realistische zachte tekeningen in pastelkleuren. De grapjes zorgen ervoor dat het geheel niet te zoet wordt. Het is een boekje om bij weg te dromen. Leuk om met één of twee kinderen in de leeshoek te bekijken. Neem de tijd om te kijken en waarschijnlijk ontdekken de kinderen meer details dan je zelf hebt gezien. Het boek biedt allerlei aanknopingspunten voor spel in de klas; Net als de konijnen bellen blazen met of zonder rietje, in de plassen stampen, sporen maken, verkleedpartijtjes houden, boodschappen doen bij mevrouw de Zebra, picknicken met de vogels, vliegtuigjes en bootjes vouwen van papier, de seizoenen ontdekken... Een rijk boek, om iedere keer weer in te kijken. Over konijnen die net mensen zijn.
0 Reacties
Annemarie van Haeringen heeft opnieuw een heerlijk boek gemaakt om keer op keer te lezen. Een klein mannetje met een lange rode puntmuts zit op het trappetje voor zijn (theepot-) huis te wachten tot zijn zoete broodjes zijn afgekoeld. Het is Ossip. De broodjes heeft hij gebakken voor Wawa. Eigenlijk houdt Ossip helemaal niet van wachten. Maar dan valt zijn oog op een rode draad die aan een doorn haakt. Hij volgt de draad en rolt hem al lopend op. Via de draad komt hij op bijzondere plaatsen en uiteindelijk komt hij uit... bij Wasa. Als je goed gekeken hebt zie je dat Ossip in een cirkeltje gelopen heeft, en dat Wasa zijn buurmeisje is. Zo valt er nog veel meer te ontdekken voor wie goed kan kijken. Er zitten, zoals altijd in de boeken van Van Haeringen, kleine grapjes in de tekeningen verstopt. Dat maakt het boek ook leuk om weer en nog 's te bekijken. Uiteindelijk genieten Ossip en Wawa natuurlijk van de lekkere broodjes en intussen is ook duidelijk geworden waar de rode draad vandaan kwam; Wawa heeft precies dezelfde reis gemaakt, maar dan net voor Ossip uit. Het boek eindigt dan ook met Ossips' voorstel om morgen weer op avontuur te gaan, maar dan samen. Van Haeringen vertelt een mooi verhaaltje over hoe er verrassingen op je liggen te wachten als je af en toe bereid bent even voor je uit te staren op je trappetje. Zie je het begin of einde van een draadje? Als je het volgt weet je nooit wat je allemaal tegenkomt! Zo komt Ossip, wandelend over de tekentafel van de tekenaar, letterlijk zichzelf tegen in de vorm van een schets. Even later ontmoet hij mama Ezel (uit de boeken rond Kleine Ezel, van de hand van Van Haeringen) maar ook bijvoorbeeld Artis de Partis en koning Babar (de beroemde olifant van de hand van kunstenaar Jean de Brunhoff). De tekeningen in dit boek zijn helder en vertederend. In de illustraties staan scherpe pentekeningen naast zachte decoratieve tekeningen die aandoen alsof ze uit de losse pols, vluchtig zijn neergezet. Als omslagtekening heeft Van Haeringen Ossip getekend voor een achtergrond van een kunstwerk van rode lijntekeningen waarin allerlei figuren uit het boek te herkennen zijn. De omslag doet mij denken aan Alice Hoogstads' Monsterboek. Navraag bij Annemarie van Haeringen leert dat er geen bewuste link is. Ze vertelt dat ze eigenlijk gewoon geen genoeg kon krijgen van het tekenen van de rode draad. Zo ontstond de tekening waarin het verhaal stiekem al een beetje verstopt zit. En gelukkig volgt de tekenaar haar gevoel want de cover is echt een plaatje! Van Haeringen heeft wederom een boek gemaakt dat tegelijk eenvoudig en interessant is. Ossip en de onverwachte reis verdient dan ook een plekje in de leeshoek. Wat vinden kinderen nou leuker dan een lijntje volgen en van alles ontdekken? En wat kan je daar leuke lesideeën aan koppelen! Een lijntje volgen door de klas... rara waar kom je uit? Een prachtige verteltafel maken met de kinderen naar aanleiding van het boek... Puntmutsjes punniken, zoals Ossip dat doet, tekenen, plakken, krijten, schilderen, zoete broodjes bakken (letterlijk en figuurlijk), en vul zelf maar aan. Een mooi inspirerend boek met tekeningen om steeds weer naar te kijken. De tekst had zelfs achterwege gelaten kunnen worden want de illustraties vertellen het verhaal. Veel plezier met Ossip en de onverwachte reis!
Vandaag heb ik een tip voor de bovenbouw. Bij Lemniscaat verscheen onlangs een nieuw boek van Leslie Connor: De gevangenisfamilie van Perry T. Cook. Verschillende kinderboeken van deze Amerikaanse auteur zijn bekroond, en ik was dan ook erg benieuwd naar haar nieuwste boek. Het boek met de originele titel All Rise for the Honorable Perry T. Cook verscheen in 2017 en ook de Nederlandse versie, vertaald door Ineke Lenting, kwam dit jaar uit. In dit boek vertelt een 11-jarige jongen, Perry T. Cook, het verhaal over zijn bijzondere familie. Hij woont met zijn moeder Jessica in het piepkleine stadje Surprise in Nebraska. Hij leeft op een bijzondere plek, namelijk in de gemengde gevangenis Blue River. Perry is geen gevangene, maar hij heeft er altijd gewoond. Nadat zijn zwangere moeder naar eigen zeggen 'een grote fout' heeft gemaakt is zij in Blue River beland. De gevangenisdirectrice heeft Jessica het bijzondere recht verleend haar zoon in de gevangenis te laten wonen. De directrice is zijn voogd. Perry leeft tussen de gevangenen maar heeft een eigen slaapkamer en gaat ook naar een reguliere school. Binnenkort kan zijn moeder vrij komen, en Jessica droomt over een eigen huis met een prachtige deur voor haar en haar zoon. Intussen breekt de dag aan dat Perry voor het eerst naar de brugklas gaat. Al snel merkt hij hoe er door medeleerlingen op hem en zijn 'medebewoners' wordt aangekeken. Samen met zijn vriendinnetje Zoey houdt hij zich staande. Als 'een hoge pief in Butler County', Thomas VanLeer, er achter komt dat er een kind leeft in Blue River, stelt hij alles in het werk om deze misstand ongedaan te maken. De directrice wordt op non-actief gesteld, de vervroegde vrijlating van Jessica wordt tot uitgesteld en Perry zal in een gezin buiten de gevangenis geplaatst worden. De man gaat voortvarend te werk en neemt Perry op in zijn eigen gezin. Laat zijn stiefdochter nou net Zoey zijn, Perry's maatje. Hoewel deze puriteinse VanLeer naar de letter der wet gelijk heeft blijkt uit het verhaal dat Perry de lezer vertelt, dat VanLeer het tegelijkertijd bij het verkeerde eind heeft. Hij denkt dat Perry baat zal hebben te leven bij een 'normaal' gezin, maar Perry voelt zich er helemaal niet thuis. Hij mist zijn huis, en zijn familie; Daarmee bedoelt hij niet alleen zijn moeder, maar ook Big Ed, Eierbaas en Siep-Joe en vele anderen. Hij mist niet alleen deze familie maar ook de rituelen die zijn leven zo vertrouwd en fijn maakten; De ochtendopening door de microfoon, de sprint naar de kamer van zijn moeder, de zwierende knuffel die daar bij hoort, de gedichten in de keuken bij Eierbaas. De verhuizing van Perry schiet dan ook zijn doel voorbij en dat is ook wat de schrijver vertelt; Je familie heeft niet zozeer te maken met bloedbanden of vaststaande gemiddelde voorwaarden en omstandigheden; Je familie bestaat uit die mensen die voor je klaar staan, die je kennen en je onvoorwaardelijk trouw zijn. De mensen bij wie je je vertrouwd en veilig voelt. Terwijl Perry bij zijn 'familie' vandaan gehaald wordt zoekt hij naar allerlei manieren om juist dichter bij hen te komen. Het is hartverwarmend om te zien hoe hij daarin slaagt. Hij komt niet alleen dicht bij zijn familie in de bezoekersruimte, maar raakt ook nog hechter met hen verbonden doordat zij hem hun echte verhaal toevertrouwen. Het boek stevent misschien iets te makkelijk op een voorspelbaar einde af. De beeldende beschrijvingen van de auteur zijn af en toe niet erg origineel (of ligt dit misschien aan de vertaling?), en de overwegingen en het taalgebruik van Perry zijn wel heel volwassen voor een 11-jarige. De verteltrant waarin de ik-verteller (Perry) wordt afgewisseld met de personale verteller (uit het perspectief van Jessica), maakt het geheel wat gekunsteld en daardoor stroef te lezen. Dit alles bij elkaar maakt voor mij dat ik niet helemaal in het verhaal opga.
Maar wat maakt het boek dan het lezen waard voor kinderen? De gevangenisfamilie van Perry T. Cook vertelt een mooi verhaal waarin aan vooroordelen wordt gemorreld. Tegelijk vertelt het een verhaal waarin de jonge lezer kennismaakt met de grotendeels onbekende gevangeniswereld. Het is een verhaal waarin het gaat over trouw, vriendschap, en verbinding. Het verhaal gaat ook over geheimen en over waarheid, en over het vertellen en verzwijgen van verhalen en bekentenissen. 'Bedankt, Perry.' 'Waarvoor?' 'Je hebt me die dag het verhaal verteld dat ik op dat moment nodig had. Dat doen vrienden voor elkaar.' (pag. 321) Een boeiend verhaal, goed leesbaar voor lezers in groep 7 en 8, af en toe spannend, soms verrassend, en zeker ook ontroerend. De Kinderboekenweek is in volle gang! In deze blog een paar activiteiten in de spotlights! Al gruwelijk aan het dansen met je klas? Deze tip is natuurlijk overbodig, maar te leuk om weg te laten. Op de website van Schooltv zijn korte filmpjes te vinden die je kunt gebruiken als 'tussendoortje' of als inleiding voor een les. Bekijk ze eens als inspiratie voor je eigen lesontwerpen! Heb je de Gouden Griffel en Gouden Penseel al aan je groep gepresenteerd? Deze weken zijn er in bibliotheken en boekwinkels allerlei activiteiten rond de kinderboekenweek te bezoeken. Twee tips voor jezelf of je leerlingen: Veel griezelplezier! En... vergeet vooral niet elke dag een paar keer lekker lang voor te lezen! Gordijnen dicht, digibord uit, griezelen maar!
Heb jij misschien een kind in de klas dat 'anders' is? Een kind met een handicap? Of een kind dat niet praat? Een gevlucht kind misschien? Natuurlijk heb je zo'n kind in je klas. Daarom is het prentenboek Stella, ster van de zee. een boek dat je echt eens moet voorlezen aan je groep. Of misschien aan een speciaal groepje kinderen. Of aan dat ene bijzondere kind. Voor dit prentenboek, over Stella, een bijzonder groot meisje, opgevist uit de zee, ontving Gerda Dendooven dit voorjaar de Woutertje Pieterse Prijs. Het boek gaat over anders zijn en integreren, een actueel en belangrijk thema voor de kinderen in je groep. Gerda Dendooven is tot dit verhaal gekomen naar aanleiding van een foto van een drenkeling, een vluchtelingenmeisje. In het boek wordt deze thematiek uitvergroot door een meisje op te voeren dat zo groot is, dat ze letterlijk 'niet past'. Een prachtige manier om met kinderen in gesprek te raken over een moeilijk maar herkenbaar thema. Op de site van de Woutertje Pieterse Prijs vind je lesideeën, onder meer naar een model van leesbevorderaar Aidan Chaimbers.
Vandaag een leuke tip voor een activiteit die heel makkelijk in te passen is in je lessen deze week. Raadgedicht, een app waarmee je met je bovenbouw-groep aan de slag kunt met poëzie. In 2015 heeft schrijver en leesbevorderaar Rian Visser dit concept opgezet. Verschillende dichters, zoals Bette Westera, Erik van Os, Hans Hagen en Joke van Leeuwen hebben een gedicht geschreven dat in de app is gepubliceerd. Eén van de woorden in het gedicht wordt afgedekt. Aan de leerlingen de taak om het ontbrekende woord in te vullen! Samen ga je aan de slag met het lezen van het gedicht en omdat je op zoek bent naar het best passende woord zal er als vanzelf een gesprek over het gedicht ontstaan. Waar gaat het over? In welke beelden wordt gesproken? Wat wil de dichter vertellen? Welke beeldentaal past daarbij op de afgedekte plaats? De leerlingen worden als vanzelf aangemoedigd goed te lezen en nog een keer te lezen, net zo lang tot ze de taal van het gedicht te pakken hebben. Ook de creativiteit van de leerlingen wordt aangesproken; De leerlingen gaan proberen in de beeldentaal van de dichter te spreken. Taalvaardigheid, nauwkeurig lezen en verbeeldingskracht worden gestimuleerd. Wie een idee heeft voor een woord moet de rest van de groep zien duidelijk te maken waarom dat het juiste woord is. En uiteindelijk moeten de verschillende opties natuurlijk tegen elkaar afgewogen worden voordat er gekeken wordt naar de oplossing. Van september tot november wordt er elke week op maandag een nieuw gedicht geplaatst en kan je meedoen aan de wedstrijd. Van maandag tot en met vrijdag kan je dan een antwoord inzenden. Op dit moment loopt er een wedstrijd voor het VO (en iedereen van 14 jaar en ouder!). Deze wedstrijd is ook een aanrader voor Pabo's! Verschillende groepen uit het PO en het VO doen al langere tijd mee. Leerlingen kunnen ook op hun eigen naam meedoen en zo hun eigen antwoord geven. In een erelijst wordt vermeld wat de winnaars zijn en welke groepen al drie keer of vaker het juiste antwoord geraden hebben. Reacties van deelnemende klassen en leerkrachten zijn enthousiast; Let op! Kans op verslaving! De app werkt voor Apple, Android en Windows, en is dus ook op je digibord te gebruiken. Naast de wekelijkse wedstrijd zijn er ook lesideeën bij de verschillende gedichten te vinden. Leuk: Het gebruik en deelname aan de wedstrijd is gratis!
Dit keer heb ik een tip voor de leerkrachten in de bovenbouw. In de serie Secret Scouts van schrijversduo Kind Kind is in december 2016 deel twee verschenen: Secret Scouts en de vermiste president. Omdat ik de serie nog niet kende ben ik eerst in deel 1 gedoken; een spannende verrassing! In de serie speelt een vriendengroep de hoofdrol: de zussen Sophie en Lisa en hun overbuurjongens Jack en Tom. Het zijn kinderen uit de huidige tijd, die bekend zijn met de media van vandaag. Tijdens een stoeipartij ontdekken zij bij toeval een ingang van een geheime kamer. Daar vinden zij een raadselachtig apparaat, dat een tijdmachine blijkt te zijn. Het lukt de kinderen naar de ontwikkelaar van deze machine te gaan: Leonardo da Vinci. Deel 2 is een vervolg op dit verhaal. Ook nu gaan de vrienden op reis door de tijd om geschiedkundige raadsels op te lossen. Echte historische personen, plaatsen en mysteries komen door ontdekkingen en acties van de kinderen in een ander daglicht te staan. De mix van fantasie en feiten maakt het voor kinderen interessant. Historische personen als Martin Luther King en Leonardo da Vinci komen in dit boek in verband te staan met hedendaagse figuren als Steve Jobs en Barack Obama. De kinderen reizen tussen verschillende tijdvakken heen en weer en laten af en toe tekenen achter die in het hier in nu terug te vinden zijn. De auteurs hebben zo op een grappige manier betekenis gegeven aan raadsels in de geschiedenis en de kunst. Om voor de lezers feit en fictie van elkaar te scheiden is er een hoofdstuk Feiten aan het boek toegevoegd. In het verhaal zelf krijgt de lezer een mooi zintuiglijk beeld geschetst van de verschillende plaatsen en tijden die worden bezocht. Dit is knap gedaan. Als lezer is het alsof je met de vriendengroep mee reist. Je snuift de rioollucht op, schuifelt mee door de stoffige steegjes en bent ooggetuige van soms spannende en bloederige taferelen. Het boek lijkt mij daarom geschikt vanaf zo ongeveer groep 8. De personages hebben elk heel helder een eigen, wat stereotype karakter. Bij het lezen van deel 1 bekroop mij regelmatig het gevoel dat gedrag en taalgebruik niet helemaal strookten met de leeftijd van de personages. Het duurde daardoor lang voor de personages geloofwaardig werden en op hun plek vielen. Dat is jammer want daardoor verdween ik nooit helemaal in het verhaal. Ook in het tweede deel had ik soms moeite te geloven in bepaalde personages. Barack Obama is in het verhaal weliswaar veel jonger dan hoe wij hem kennen als president, maar ik mis ook de elegantie, intelligentie en humor die hem zo kenmerken. Ook bepaalde scenes in deel twee zijn niet geloofwaardig, maar ik denk dat kinderen zich daar minder aan zullen storen omdat deze passages bijdragen aan het avontuurlijke en spannende karakter van het boek. Ik vind het moedig van de auteurs dat zij het aandurfden om enorme historische gebeurtenissen uit te kiezen voor dit boek. De vorm van het boek brengt met zich mee dat er geen volledige context kan worden geschetst, maar toch heeft het schrijversduo zich daar niet door af laten schrikken. Er is gekozen voor een andere aanpak, waardoor de lezer deze geschiedkundige context niet mist; De lezer wordt er, met de vriendengroep, in de gebeurtenis zelf geplaatst. Daar sta je dan tussen de mensen die geschiedenis maakten. De schrijvers laten je de gebeurtenissen zelf meemaken in plaats van deze voor de lezer te beschouwen. Je zit daar, achter Martin Luther King, naast Mahalia Jackson, en beleeft de historische speech I have a dream.... Een verfrissende aanpak die goed past bij de doelgroep die gewend is om zich heen te kijken en indrukken in zich op te nemen. Daarom biedt deze serie jou als leerkracht een unieke kans om de leerlingen mee te nemen, de geschiedenis in, en zelf om zich heen te laten, kijken ervaren en voelen. Ik denk dat het boek zich leent om aan bepaalde kinderen in de bovenbouw aan te bevelen; Kinderen die houden van spanning en avontuur of geschiedenis. Er zit veel actie en tempo in het boek, waardoor het wellicht ook juist die kinderen (vaak jongens) aanspreekt die normaal gesproken liever zelf iets beleven dan dat in een boek kruipen. Het is de moeite waard om de serie aan te schaffen voor je groepsbibliotheek! Ik zou leerlingen dan aanraden bij deel 1 te beginnen omdat deel 2 daar toch echt een vervolg op is. In groep 8 zou je het boek kunnen gebruiken om uit voor te lezen. Ook leent het zich goed om geschiedenislessen mee te introduceren. Aan de hand van de opsomming van de feiten, voorin beide boeken, kun je zien waar het boek aan thema's linkt die je in je groep behandelt. Je zou een passage over Martin Luther King kunnen voorlezen om aan te sluiten bij de actualiteit, nu president Obama is opgevolgd door president Trump. De geschiedenis van de strijd om gelijke rechten ongeacht huidskleur kan een mooie inleiding zijn op een gesprek over de actuele gebeurtenissen en onrust in Amerika en Europa. Nog een paar dagen en dan is het kerstvakantie! Je groep is nu nog gevuld met dennennaalden, lichtjes, zelfgemaakte sterren en de kerstviering, en de glitter komt tot eind januari uit je oren. Het kerstdiner en/of het kerstontbijt staan je nog te wachten. Intussen draait het gewone programma ook door en o ja, vrijdagmiddag moet alles wat op kerst lijkt weer op zolder opgestapeld liggen en moet al het meubilair opgestapeld zijn voor de grote schoonmaak in de kerstvakantie. Dan vergeet ik nog dat je de kinderen een kerstkransje met een kaartje eraan wilt meegeven (28 keer lintje knippen, gaatje prikken, kaartje knippen,knoopje leggen, want ook al belandt menig kaartje voordat de kinderen de deur uit zijn al op de grond, het geeft toch wat gezelliger). Kortom, geen tijd om vooruit te denken nu, maar toch wil ik je even tippen om nog een telefoontje te plegen voordat het vrijdag is en de tent voor twee weken sluit: Eind januari staat namelijk het Nationale Voorleesontbijt op het programma. Op woensdag 25 januari wordt met dit ontbijt de campagne van de Nationale Voorleesdagen afgetrapt. De campagne richt zich op kinderen van 0 tot 6. Ik hoor je denken: "Nee! Niet weer een ontbijt". Maar: de organisatie van het ontbijt ligt bij jezelf, dus dit kan je zo groot of klein maken als je zelf wilt. Het gaat er om een gezellig moment te creëren waarop de kinderen worden voorgelezen. Al geef je elk kind een krentenbol of een mandarijntje, het gaat om de fijne sfeer waarin gezamenlijk naar een mooi verhaal geluisterd wordt. Voor het uitnodigen van prinses Laurentien ben je nu te laat (volgend jaar dan maar in mei aan denken), maar voor de kinderen is het net zo leuk als de postbode komt voorlezen, of de cassière van de buurtsupermarkt, of een groepje bewoners van het bejaardencentrum in de buurt. Je kunt zelfs een telefoontje aan de burgemeester wagen. Wie weet stemt deze tijd voor kerst hem of haar mild en strik je de burgervader of -moeder als voorlezer voor je groep! Als je een voorlezer gevonden hebt, hoef je alleen nog maar het prentenboek van het jaar 2017 te reserveren bij de bibliotheek: De kleine walvis, van Benji Davies. Of koop het boek, samen met het vingerpoppetje! Als je geen voorlezer gevonden hebt, kan je je altijd zelf nog verkleden als prinses of prins en zo het Nationale Voorleesontbijt tot een succes maken. In 10 minuten heb je een leuke activiteit staan om in januari fris mee aan de slag te gaan. Maak er een feest van met kerst en geniet daarna van een welverdiende kerstvakantie!
Afgelopen vrijdag bezocht ik de eerste Media Doe-dag voor het onderwijs in Bibliotheek Eemland, gevestigd in het prachtige Eemhuis in Amersfoort. Een dag vol pratische tips, die ik hier graag met jullie deel! De organisatie was in handen van bibliotheek Eemland en Ontdek Media. Deze Media Doe-dag werd georganiseerd in het kader van de Week van de Mediawijsheid. Doel van de dag was de deelnemers aan de slag te laten gaan met digitale tools. De leukste en handigste tips deel ik hier met jullie! Zo begon de de ochtend met een gezamenlijk spel; Een quiz, samengesteld op de tool KahoAot. Alle deelnemers konden op hun eigen telefoon of tablet antwoorden aanklikken, en op groot scherm werd de uitslag van de quizvragen steeds zichtbaar. Omdat het niet nodig is om als deelnemer een account aan te maken, een super handig instrument! Deelnemers gaan naar www.kahoot.it en voeren daar allemaal een code in ('game pin'), die zichtbaar is op het grote scherm. Verder is het een kwestie van een spelersnaam invoeren en binnen een halve minuut is een grote groep mensen klaar om aan het gezamenlijke spel deel te nemen. Zeer bruikbaar binnen het onderwijs! Als leerkracht ga je naar www.getkahoot.com en maak je vervolgens leuke interactieve activiteiten. Als leerkracht maak je een eenvoudig account aan en vervolgens kan je met een paar stappen bijvoorbeeld een kleine quiz bouwen. Verras je leerlingen met deze manier van gamend leren! Eigenlijk is schrijven over een digitale tool natuurlijk niet de beste vorm. Klik op het filmpje hieronder en het is duidelijk dat je je leerlingen een groot plezier doet als je deze tool in gaat zetten! Zeg nou zelf, hoe vaak heb jij juichend kinderen voor je als je heen een meerkeuzevraag voorlegt? Ik mocht, net als alle deelnemers, voor 3 workshoprondes een workshop kiezen die mij aansprak. Lag vorige week op het Wetenschappelijk Congres van Stichting Lezen, de nadruk op het delen van resultaten van en plannen in wetenschappelijk onderzoek op het gebied van leesonderwijs, vandaag kwam de onderwijspraktijk aan de beurt. Mijn oog viel direct op de workshop 'Stop-motion-video maken' en 'Digitale prentenboeken beoordelen'. Als derde optie koos ik voor 'werken met ThingLink'. Deze app kende ik helemaal niet, maar de omschrijving deed mij vermoeden dat ook dit een zeer praktische workshop zou zijn. Ik was, met zo'n 50 deelnemers uit basisonderwijs, voortgezet onderwijs, hoger beroepsonderwijs en bibliotheek klaar voor de dag. Van de workshop over het beoordelen van digitale prentenboeken verwachtte ik concreet aan de slag te gaan aan de hand van een lijst criteria. De bibliotheekspecialist liet verschillende vindplaatsen van digitale prentenboeken zien zoals Bereslim. Via de bibliotheek en de peuterspeelzaal zijn er lopende contracten bij Bereslim, waardoor ouders een gratis code kunnen ontvangen om telkens voor 3 weken in te kunnen loggen bij Bereslim. Ik heb het thuis direct uitgeprobeerd, en inderdaad, via de site van Bereslim kon ik mijn eigen bibliotheek opzoeken. En ja hoor, er plopte een code op waar ik de komende drie weken mee in kan loggen. Een mooie praktische tip! De site biedt goede digitale prentenboeken en daarnaast interactieve vormen van dezelfde prentenboeken. Het is wijs om eerst een aantal keer het prentenboek zelf te lezen, dan de digitale vorm als herhaling en tenslotte de interactieve vorm voor consolidatie. Onderzoek wijst uit dat met name kinderen met een taalachterstand baat hebben bij het bekijken van digitale prentenboeken. Het digitale prentenboek wordt dan dus ingezet om voorgelezen boeken te herhalen. Een mooie aanvulling op het papieren boek dus. Heb je NT2-kinderen in je groep? Was voorheen het advies om thuis zo veel mogelijk Nederlands te spreken, tegenwoordig is het advies aan deze ouders om met hun kind in de moedertaal te spreken, zo vertelt de bibliotheekspecialist. Zij adviseert leerkrachten en pedagogisch medewerkers om samen met de ouders uit deze gezinnen aan de slag te gaan met digitale prentenboeken. Het is lastig om de goede doelgroep te bereiken, zo blijkt uit de praktijk. Tijdens de workshop wordt het idee geopperd om bij een ouderavond een specialist uit de bibliotheek uit te nodigen. Op sites als Bereslim, Boekstart en Wepboek kunnen ouders prachtige digitale en geanimeerde prentenboeken vinden. Er bestaan ook mooie apps bij prentenboeken. Het is de kunst om ouders hiermee bekend te maken! Op Mediasmarties.nl is het mogelijk gericht te zoeken naar digitale prentenboeken. Je vindt selectiecriteria en beoordelingen, welke je goed op weg kunnen helpen. Ik verwachtte dat ik in deze workshop zou leren aan de hand van welke criteria en met welke instrumenten ik digitale prentenboeken kan beoordelen. Dat was echter niet de inhoud van de workshop. Wat heb ik wel geleerd? Ik weet nu de beste vindplaatsen voor digitale prentenboeken en de informatie hierover is weer opgefrist. En... ik heb toegang tot Bereslim, zonder dat ik het wist! Wie weet heb jij ook een abonnement lopen zonder het te weten! Ook leerde ik deze dag in een workshop van een uur stop-motion-filmpjes maken met behulp van de stop-motions app. Als ik eerder geweten had dat het zo eenvoudig is om een eenvoudig filmpje te maken had ik het al veel eerder gebruikt! Het is heel simpel: 1. Download de gratis app voor Android of Apple (zie bovenstaand icoon) 2. Vouw een gekleurd karton om als ondergrond/achtergrond 3. Pak een paar playmobilfiguurtjes, legofiguurtjes of iets anders om een simpel verhaaltje mee te spelen. 4. Zet de telefoon of tablet stevig neer, in bijvoorbeeld een standaard. 5. Speel de scene uit met heel kleine stapjes en maak na elk stapje een foto (of gebruik de automatische, instelbare fotostand) 6. Duw op de play-knop: Je ziet een prachtig filmpje! Je kunt nog geluid toevoegen en, als je de betaalde upgrade koopt, kan je muziek onder je filmpje zetten. In onze workshop was elk filmpje gelukt, de succesfactor is dus groot! Dit is echt een kwestie van even gaan proberen. Met een paar poppetjes, je telefoon en een half uurtje de tijd, draai je echt je eerste filmpje in elkaar (en dan kan je het eerste kwartier nog alles laten mislukken ook)! Je hebt vast al vaak zo'n filmpje gezien, hieronder een grappig voorbeeld voor de 40ers onder ons... Het leuke aan deze app is dat deze zo eenvoudig en gebruiksvriendelijk is. Er zijn talloze toepassingen mee te verzinnen, zowel voor de leerkracht als voor leerlingen. Als je deze app wilt inzetten is het verstandig een kleine leerlijn uit te zetten, die opbouwt van het oefenen van het principe ('vrij dollen') en met als einddoel opdrachten waarbij criteria en leerdoelen worden meegegeven. Als je deze werkvorm didactisch in wilt zetten is het van belang de filmpjes uiteindelijk op twee gebieden te beoordelen; op inhoud en op gebruik van de tool. Natuurlijk is het belangrijk om de beoordelingscriteria/leerdoelen ook vooraf aan de leerlingen mee te geven. Tenslotte wil ik jullie op nog een fantastische tool wijzen. De app Thinglink, gratis te downloaden via Android en Apple. Met deze tool kan je aan een eigen foto linkjes hangen die verborgen zitten onder stippen die je op de foto plaatst. In deze linkjes kan je tekst, foto's of filmpjes plaatsen. Eigenlijk maak je een soort praatplaat met daarop allerlei knoppen naar meer informatie. En dat op een heel eenvoudige manier! Je kunt dit bijvoorbeeld gebruiken voor klassikale instructie op het digibord, als oefenstof voor leerlingen (bijvoorbeeld voor woordenschat of voor het leren van een taal), als presentatiemiddel voor leerlingen (bijvoorbeeld: fotografeer je ontbijttafel en leg uit wat je allemaal op tafel hebt staan.) Het is ook mogelijk om te stapelen, door onder 1 van de knoppen weer een andere foto met knoppen te plaatsen. Het is een geweldige verwerkingsvorm voor kinderen en volwassenen; Bij alle deelnemers (Bao, VO, logopedie) begon het al tijdens de workshop te bruisen; Je kunt hier zo veel kanten mee op. Tip: Op ontdekmedia.nl is een basale handleiding voor leerlingen in het basisonderwijs te vinden.
Succesvol lezen in het onderwijs - Wetenschappelijk Congres van Stichting Lezen - Verslag14/11/2016 Vrijdag 11 november vond in Amersfoort het tweejaarlijkse Wetenschappelijk Congres van Stichting Lezen plaats. Op de stoere locatie, De Veerensmederij, heette directeur van Stichting Lezen, Gerlien van Dalen, de leerkrachten, wetenschappers, uitgevers, leesbevorderaars, welkom. Sinds april dit jaar geeft Stichting Lezen invulling aan twee leerstoelen: Roel van Steensel is bijzonder hoogleraar Leesgedrag aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Eliane Segers werkt als bijzonder hoogleraar Lezen en Digitale Media aan Universiteit Twente. In het ochtendprogramma gaven beide hoogleraren een toelichting op hun lopende onderzoek. Van Steensel doet onder meer onderzoek naar leessocialisatie en de ontwikkeling van literaire competentie van kinderen en jongeren. Hij is als onderwijswetenschapper verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daar deed hij onder meer onderzoek naar de effectiviteit van gezinsgerichte taalprogramma’s, naar de rol van vaders in de leesontwikkeling van kinderen en naar de lees- en schrijfontwikkeling van leerlingen in het vmbo. Hij sprak over het thema leesmotivatie, waarover hij een meta-analyse heeft uitgevoerd met betrekking tot motivatie en interventies. (Van Steensel, v.d. Sande, Arends e.a., 2016). Meest effectief voor leesmotivatie en leesvaardigheid bleken: Het aansluiten bij interesse, ondersteuning van de autonomie, het bevorderen van het competentiegevoel en het samen praten over teksten. Dus: De combinatie van werken aan zelfvertrouwen en werken aan redenen om te willen lezen bevordert de leesmotivatie en leesvaardigheid. Investeren in leesmotivatie werkt! Een geruststellende en motiverende gedachte voor de zaal. Van Steensel wijst op de twee dimensies van leesmotivatie: 1. Kan ik een goede lezer zijn? 2. Wil ik een goede lezer zijn? (Wigfield 1997). Hij stelt vast dat intrinsieke motivatie, de mate waarin redenen om te lezen deel van jezelf zijn, van positieve invloed zijn op leesgedrag en vervolgens op leesvaardigheid. Extrinsieke motivatie, zoals bijvoorbeeld beloningen voor het lezen van een aantal pagina's, blijken ook van invloed te zijn op leesgedrag, maar dan op een negatieve manier. Het investeren in extrinsieke motivatie heeft negatieve invloed op het leesgedrag. Vertaald naar de praktijk voor leerkrachten, leesbegeleiders en leesbevorderaars, betekent dit dus volgens mij: Alle pijlen richten op de intrinsieke motivatie. Dat wil zeggen; Ga op zoek naar wat voor deze specifieke leerling de reden kan zijn waarom hij of zij een goede lezer zou willen zijn Dit kan zitten in een bepaald doel, in waarden, in de interesse. Dit is per leerling uiteraard verschillend. Dit zal voor jou als leerkracht misschien ook wel even een andere mindset vragen. Waar je je nu misschien, zoals velen met jou, richt op extrinsieke motivatie (stickers en andere beloningen voor het lezen), is het de moeite dus waard om je te richten op het bevorderen van de intrinsieke motivatie van elk kind. Dit kost tijd, maar levert, volgens Van Steensel in tegenstelling tot belonen of bestraffen, op wat je wilt: het bevorderen van positief leesgedrag. Van Steensel noemt het model 'Cori' (Guthrie & Wigfield), waarbij kenmerken van succesvolle lezers worden gestimuleerd via onderwijs. Hierbij staat (begrijpend) lezen niet als apart vak op het rooster maar is lezen geïntegreerd in het vakonderwijs. In een nieuw project werkt Van Steensel op basis van de Cori-conclusies aan de ontwikkeling van het bevorderen van leesstrategieën in combinatie met leesmotivatie, geïntegreerd in het vakonderwijs. (Hij bedoelt hiermee de zaakvakken). Van Steensel richt zich in lopend onderzoek ook op het verminderen van leesweerstand. Dit is weer iets anders dan het vergroten van leesplezier, en vraagt dus mogelijk ook om andere interventies. Professor dr. Eliane Segers sprak vervolgens over lezen en digitale media. Haar leerstoel houdt onder meer in: Onderzoek naar het ontwerp van multimediale omgevingen, de rol van geschreven taal hierbinnen en de vraag hoe lezen in deze context kan worden bevorderd. Segers is als gedragswetenschapper verbonden aan de Radboud Universiteit. Zij heeft veel gepubliceerd over informatieoverdracht met behulp van technologie, in het bijzonder op het gebied van (lees-) onderwijs aan kinderen. Segers presenteert resultaten van haar onderzoek naar begrip van hyperteksten en effectieve inzet van digitale media in het onderwijs aan jonge kinderen. Segers stelt vast wat leerkrachten uit de praktijk kunnen beamen, namelijk dat de instroom in groep 1 zeer divers is. Afhankelijk van de geletterdheid en taligheid dan wel zwijgzaamheid thuis, komen kinderen met een bepaalde woordenschat de school binnen. Woordenschat is van invloed op begrip, begrijpend lezen en uiteindelijk prestaties in het onderwijs. Woordenschat is in principe goed met digitale media te bevorderen. Op dit moment bestaat de software voor kleuters, zo ziet Segers, veelal uit droge oefeningen, als een soort werkblad. Dit voegt weinig toe. De heilige graal is, zo stelt Segers, niet het toevoegen van sec technologie. De complexiteit van meerdere media tegelijkertijd en een gelaagde structuur bieden kansen. Op dit moment zijn er meer 'playground-achtige' spellen in ontwikkeling. Dit zal, in tegenstelling tot de huidige spellen die in feite niet meer dan werkbladen zijn, kansen bieden voor het stimuleren van de ontwikkeling van geletterdheid. Segers stelt dat in de ontwikkeling van aanvankelijk lezen eerst de executieve functies zich moeten ontwikkelen, waarna fonologische vaardigheden ontwikkeld kunnen worden, waarna vervolgens het lezen kan volgen. Kinderen met minder ontwikkelde executieve functies hebben baat bij de 'Stop, Think, Act'- methode, zo blijkt uit onderzoek van Segers. In een onderzoek met digitale media liet zij hiertoe een groep kleuters met knuffel aan de slag gaan, waarbij het kind de opdracht kreeg telkens eerst tegen de knuffel te zeggen wat het ging doen. De controlegroep ging zonder knuffel aan de slag. Deze eenvoudige toevoeging had goed resultaat! Kinderen leren in ongeveer een half jaar Nederlands lezen. Ook zwakke lezers kunnen dit binnen dit tijdsbestek. Daarna, tweede helft groep 3 en in groep 4, moet de versnelling komen! Dan vallen de zwakke lezers ineens uit. Bij remediëring wordt doorgaans de methode van 'herhaald lezen' toegepast. Dit werkt, voor de herhaalde tekst. Maar, zo benadrukt Segers, er vindt geen transfer plaats! Naast dit herhaald lezen wordt er vaak gewerkt met flitskaarten. Hierbij wordt gewerkt aan de koppeling van klank aan teken. Segers wijst op een mankement in deze methodiek: De semantiek ontbreekt hierin geheel. Op grond van deze bevindingen heeft zij een game ontwikkeld: Leesrace. Onderscheidende kenmerken van dit spel zijn: het kind leest 'stil', het spel kan eindeloos doorgaan, fouten worden niet direct door anderen waargenomen, de semantiek wordt erbij betrokken. Bij dit spel ben je als lezer bovendien in competitie met je gemiddelde zelf, en kan je groeien. Dit spel is getoetst op de 25% slechtst lezende kinderen (Cito D/E-scores) en de uitslagen zijn positief. Het bevorderen van de leesvaardigheid met dit spel is effectief ook op het gebied van pseudowoorden en meerlettergrepige woorden. Bovendien zorgt dit spel er voor dat er transfer plaatsvindt. Het lijkt mij een prachtig resultaat waardoor je als leerkracht direct het spel wilt installeren. Het wachten is echter nog op een uitgever die dit spel in de markt wil brengen. Ik heb minimaal 1 uitgever gespot op het congres, dus wie weet zijn de contacten al gelegd... Laten we het hopen! Verder spreekt Segers over andere voordelen die digitale media kunnen bieden op het gebied van het bevorderen van leesvaardigheid. Zij geeft aan dat teksten beter leesbaar kunnen worden gemaakt door de afstand tussen de woorden groter te maken. Australisch onderzoek heeft aangetoond dat dit meer effect heeft dan het inzetten van het dyslexie-fond. Een praktische tip voor jou als leerkracht is dus: Maak met behulp van je tekstverwerkingsprogramma de teksten beter leesbaar voor zwakke lezers door de afstand tussen de woorden te vergroten. Verder zet Segers de resultaten van haar onderzoek naar begrip van hyperteksten door kinderen uiteen. De verrassende conclusie is dat, hoewel het lezen van hyperteksten cognitief meer belastend is dan lineair lezen, dat een kleine hypertekst nauwelijks verschil in begrip oplevert. Bij het aanbod van een meer ingewikkeld, networked hypertext, is het verschil wel aanzienlijk groter. Wat tevens opviel was dat kinderen na het lezen van eenvoudige hyperteksten meer complexe mindmaps maakten dan na het lezen van lineaire teksten. Naar aanleiding van dit (kleine) onderzoek naar het lezen van hypertekst heeft Segers een stappenplan ontwikkeld voor kinderen, bij het lezen van hypertekst. Een zeer directe link van wetenschappelijk onderzoek naar de onderwijspraktijk. Zo gauw dit A4tje te downloaden is zal ik de link op mijn blog plaatsen. Ook bij het lezen van hypertekst blijkt de woordenschat van een kind de grootste voorspeller van de leesvaardigheid. De woordenschat is daarbij meer belemmerend dan het werkgeheugen! Conclusie is dan ook: Woordenschat doet er toe! Woordenschat is de belangrijkste voorspeller, ook belangrijker dan de mate van zelfregulatie. Onderzoek hiernaar loopt op dit moment. Daarnaast zou Segers graag nog onderzoek gaan doen naar digitale mogelijkheden om voorkennis te activeren, zodat kinderen leren observeren in plaats van zien. Hierbij denkt zij aan een game met microbeloningen als voorwaarden voordat je aan het werk kan gaan. Eigenlijk had je er natuurlijk bij moeten zijn, maar omdat er ook les gegeven moest worden afgelopen vrijdag heb ik je hiermee bijgepraat. Binnenkort zijn de presentaties van de verschillende sprekers te vinden op de site van Stichting Lezen. In een volgend blog zal ik verslag uitbrengen van een deel van het middagprogramma. Voor nu: genoeg stof tot nadenken! Belangrijkste conclusies die ik zelf trok uit het ochtendprogramma zijn dat er mensen op de leerstoelen aan het werk zijn met een grote gedrevenheid. Ook werd benoemd dat de wetenschap het onderwijs eigenlijk niet bij kan houden. Dit vond ik heel herkenbaar. Als school kan je soms niet wachten tot wetenschappelijke onderbouwing is dichtgetimmerd. Dan loop je in deze tijd, zeker op het gebied van digitale media, ver achter de fanfare aan. Wat verder opviel is dat binnen het huidige onderzoek van de bijzonder hoogleraren de focus ligt op non-fictie, terwijl in fictie ook veel mogelijkheden lijkt te bieden bij het motiveren van kinderen. Bij mij blijft verder vooral de conclusie hangen dat we onze pijlen moeten richten op de intrinsieke motivatie van kinderen. In het middagprogramma werd hier een concrete invulling aan gegeven in verschillende deelsessies. Dus: meer en concreter volgt! |
Welkom
Welkom op het blog van Bureau op Stelten! Blog over jeugdliteratuur en leesbevordering in basisonderwijs en kinderopvang. Categorieën
Alles
Archief
November 2018
Beste Lezer! Geniet je ook zo van die prachtige illustraties en mooie auteursfoto's? Op de geplaatste afbeeldingen rust wel copyright. Deze mogen dan ook niet gekopieerd worden voor verspreiding of gebruik op social media.
|